Inhoudsopgave
De rechtbank Limburg heeft een 33-jarige man uit Maastricht veroordeeld tot 15 jaar gevangenisstraf wegens poging tot moord en poging tot zware mishandeling van zijn toenmalige vriendin. De rechtbank acht bewezen dat de man zijn partner in juni 2024 met benzine heeft overgoten en vervolgens in brand heeft gestoken. Enkele weken eerder had hij haar met een houten plank geslagen.
Het slachtoffer liep ernstige brandwonden aan onder meer haar handen, armen, borst en gezicht op. Zij moest worden geopereerd en onderging huidtransplantaties. Volgens de rechtbank heeft de vrouw blijvend letsel en littekens, en lijdt zij nog steeds aan angstklachten. “De verdachte heeft gehandeld met uitzonderlijke gewelddadigheid en onverschilligheid voor menselijk leven en lijden,” aldus de rechtbank.
De rechtbank oordeelde dat de man met voorbedachten rade handelde. Hij verliet zijn woning met een fles benzine en een aansteker en liep rustig naar de plaats van het delict. “Tijdens zijn route naar het slachtoffer en ook daarna had hij meerdere momenten om zijn plan te heroverwegen, maar hij koos er telkens opnieuw voor om door te gaan,” staat in het vonnis. De rechtbank verwerpt daarmee het verweer dat sprake zou zijn geweest van een ongeluk of een plotselinge opwelling.
Uit het strafdossier blijkt dat de verdachte het slachtoffer al eerder had mishandeld. In mei 2024 sloeg hij haar met een houten plank tegen onder meer het hoofd. De rechtbank spreekt van een “duidelijk patroon van escalatie” binnen de relatie.
De officier van justitie had 12 jaar cel en TBS met dwangverpleging geëist. De rechtbank ziet echter af van de TBS-maatregel omdat uit het psychiatrisch onderzoek geen stoornis naar voren kwam. Wel noemt de rechtbank het recidiverisico “buitengewoon hoog”.
De rechters benadrukken dat de man eerder is veroordeeld voor partnergeweld en “geen enkel berouw of verantwoordelijkheidsbesef” heeft getoond. “De rechtbank vraagt zich hardop af waar dit eindigt; in deze zaak heeft het in ieder geval bijna tot de dood van zijn partner geleid.”
Het slachtoffer krijgt een schadevergoeding van ongeveer €47.000, waarvan €45.000 aan smartengeld. Daarnaast legde de rechtbank de zogeheten 38z-maatregel op, bedoeld om na detentie toezicht en gedragsbeïnvloeding mogelijk te maken ter bescherming van de samenleving.
