Inhoudsopgave
In 2003 liep een man als gevolg van een medische fout in het academisch ziekenhuis in Maastricht ernstig hersenletsel op. De strijd om een schadevergoeding duurt al 22 jaar. Recent oordeelde de Hoge Raad in deze kwestie. Dat oordeel is ook belangrijk in andere letselschadezaken. Dankzij de vasthoudendheid van het kantoor van letselschade-expert Raoul van Dort uit Maastricht.
De man waar het om draait werd in augustus 2003 opgenomen in het academisch ziekenhuis. Als gevolg van een fout in het ziekenhuis raakte hij blijvend invalide en werd hij volledig hulp- zorg- en rolstoelafhankelijk. Het ziekenhuis erkende aansprakelijkheid voor de schade als gevolg van de medische fout, maar er ontstond een jarenlang slepend traject om de schade vast te stellen en vergoed te krijgen. Dat leidde al eerder tot juridische procedures bij rechtbank en Hof, naar aanleiding waarvan het ziekenhuis meerdere betalingen verrichtte ter vergoeding van de schade. Het lukte echter niet tot een algehele schikking te komen.
Hoge Raad
Een van de schadeposten waar geen overeenstemming over werd bereikt was de zorgverlening. De man kreeg intensieve hulp van een vriendin die hiervoor geen vergoeding ontving. Letselschade-expert Raoul van Dort zegt dat zijn kantoor vond en vindt dat die zorg niettemin ook door het ziekenhuis moet worden vergoed. “Op basis van eerdere rechtspraak van de Hoge Raad hebben wij namens cliënt vergoeding geclaimd voor de zorg door familie en vrienden. Deze zorg had anders door professionele hulpverleners verleend moeten worden.”
Claim
De discussie onder andere over deze schadepost leidde opnieuw tot een procedure. De rechtbank wees dat onderdeel van de claim toe, maar opnieuw lukte het niet met het ziekenhuis tot overeenstemming te komen over een schikking na het vonnis. Zowel Van Dort ging namens zijn cliënt in hoger beroep en ook het ziekenhuis deed dat. De claim voor vergoeding van de zorgverlening werd daarbij door het Hof afgewezen. Van Dort besloot de zaak voor te leggen aan de Hoge Raad.
De Hoge Raad oordeelt dat het oordeel van het Hof getuigt van een onjuiste rechtsopvatting. Eenvoudig verwoord: De cliënt heeft recht op vergoeding van de waarde van noodzakelijke, professionele zorg, óók als die feitelijk kosteloos door een derde, in dit geval familie en vrienden is verleend.
Duidelijkheid
Raoul van Dort: “Dit oordeel geeft duidelijkheid in deze kwestie, maar is ook belangrijk voor andere zaken. De kwestie moet nu formeel opnieuw worden beoordeeld door het Hof Amsterdam op dit onderdeel, doch wie weet lukt het nu alsnog in overleg met het ziekenhuis tot een bevredigende afwikkeling voor onze cliënt te komen en is voortzetting van de procedure dan niet meer nodig.”