Inhoudsopgave
Maastricht mag elk jaar bijna vijf miljoen dagjesmensen begroeten. 1,4 miljoen mensen blijven overnachten. Bezoekers die komen genieten van een stad die er zeker in het centrum qua gebouwen, straten en pleinen mooi bijligt.
Een mooi decor met historische gebouwen en monumenten is leuk, maar zonder winkels en horeca stelt zo’n decor niet veel voor. En is Maastricht er ook nog voldoende voor de eigen inwoners?
De vertegenwoordigers van de vijf kwartieren die de Maastrichtse binnenstad telt, met elkaar in gesprek over de charme van Maastricht, de kansen en bedreigingen en de oproep aan de eigen inwoners om zeker de komende feestdagen de stad te omarmen. Koop Lokaal, is een hartekreet van de ondernemersverenigingen.
Aan het gesprek nemen Harrie Beaumont (Wyck), Simone Hensen (Stokstraatkwartier), Gino Frijns (Jekerkwartier), Giulia Lana (Sphinxkwartier) en Tanguy van Osch (Binnenstad) deel.
Zij vertegenwoordigen de vijf stadsdelen die veel overeenkomsten hebben, maar ook veel van elkaar verschillen. Het centrum van Maastricht is meer dan het gebied rond de Markt en het Vrijthof. In drie decennia bijvoorbeeld ontwikkelde Wyck zich van een rustige wijk, met wat lokale detailhandel, maar weinig horeca of hotels tot een hip, levendig stadsdeel met sterrenrestaurants en hotels. Harrie Beaumont is daar als voorzitter van Ondernemend Wyck trots op, maar ziet ook nog steeds dat veel bezoekers aan de stad kuddedieren zijn. “Ze lopen vanuit het station nog altijd snel de Servaasbrug over richting de bekende toeristische plekken zoals het OLV-plein en het Vrijthof. We houden de bezoekers natuurlijk het liefst ook een tijdje in Wyck. De ondernemers in de Wyckerbrugstraat maar zeker in de Rechtstraat verdienen dat. Er moet meer gestuurd worden op looproutes zodat ook de zijstraten van de hoofdroutes bezocht worden."
Amsterdamse toestanden
Die wensen om beter de bezoekers te spreiden leeft bij elk kwartier. Vooral in de weekenden kan het in de binnenstad erg druk zijn. Tanguy van Osch van Detailhandel Vereniging Stadshart Maastricht werkt zelf bij juwelier Schaap en Citroen in het centrum. “Het kan soms druk zijn, maar het zijn nog geen Amsterdamse toestanden. Dat moeten we ook niet willen. Zijn collega van het Jekerkwartier, Gino Frijns, vindt juist dat het in het Jekerkwartier ook op drukke dagen nog relatief rustig kan zijn. “In het Jekerkwartier zijn minder winkels dan in het centrum. Hier wonen meer mensen en zijn vooral galerieën, kleinere zaken en horeca gevestigd.” Gino Frijns’ echtgenote is eigenaar van de horecazaak Lure met een groot terras. “Omdat het Jekerkwartier niet overlopen wordt met toeristen trekken wij vooral locals die hier op het terras komen zitten. Ook dat is de charme van het Jekerkwartier." Gino noemt het vooral positief dat de omgeving Koestraat een enorme aantrekkingskracht heeft gekregen. “Het is, denk ik een van de gezelligste horecastraatjes van de stad geworden en dan te bedenken dat hier vijftien jaar geleden bijna niks te beleven viel, maar als goede ondernemers aan de slag gaan, dan zie je hoe een buurt kan verbeteren.”
Belangstelling
Alle voorzitters en bestuursleden van de vijf kwartieren zijn het erover eens dat Maastricht niet mag klagen. Niet over het aanbod van winkels en horeca, niet over het aantal bezoekers en niet over de positieve ontwikkelingen in de stadsdelen. Dat de kwartieren hun eigen sfeer hebben wordt nog het meest duidelijk bij het Sphinxwartier, de omgeving van de voormalige Radiumfabriek, de oude Sphinxfabriek, het Bassin en een deel van de Boschstraat. Voorzitter Giulia Lana van de Stichting Sphinxkwartier ziet de toenemende belangstelling voor het gebied. Zelf is Giulia ook betrokken bij het project The M, de bouw van twee woontorens, de ontwikkeling van nieuwe horeca en de realisatie van een deel van Zuyd Hogeschool. Binnen nu en drie jaar verdwijnt het huidige gebied rondom het voormalig Landbouwbelang om plaats te maken voor een compleet nieuw woon- en werkgebied tussen Maas en Bassin. Giulia: “Het Sphinxkwartier ademt de historie van oude industrie. Door internationale belangstelling en aandacht op social media zien we ieder jaar meer bezoekers. Die komen voor de historische gebouwen of voor de vestingwerken die in het gebied liggen, voor de ondernemers in het gebied of om te overnachten in het Sphinxgebouw. Dat laatste jaren is er ook flink gebouwd en gaat er nog gebouwd worden. Ik denk dat je het Sphinxkwartier over een paar jaar niet meer terugkent in positieve zin.”
Kroegen
Is de charme van het Sphinxkwartier, het industriële karakter, het Stokstraatkwartier is van een andere orde. Simone Hensen is voorzitter van de ondernemersvereniging van the stylish heart of Maastricht zoals het Stokstraatkwartier zich graag profileert. “De Stokstraat bijvoorbeeld is een straat die bekend staat als winkelstraat met luxezaken. Die liggen er zeker, maar het is niet zo dat de Stokstraat daardoor een straat is waar alleen dure spullen te koop zijn. Het is mooie mix. Je vindt er ook nog authentieke kroegen als de Karkol of de Moriaan en kledingwinkels met een heel betaalbare collectie.”
Parkeren
Wat kan er verbeterd worden om het centrum aantrekkelijk te houden? Daar zitten alle ondernemersverenigingen wel op één lijn. “Beter communicatie over het parkeren,” zegt Simone die bijval krijgt van de andere kwartieren. Gino: “We zien dat de parkeergarages bij het OLV Plein, Vrijthof en Mosae Forum vol zijn en er een file voor de ingang staat, terwijl parkeergarages honderd meter verderop nog voldoende plek hebben. Neem bijvoorbeeld de parkeergarage van het Bassin, die praktisch naast Mosae Forum ligt. Daar is altijd plek als het druk is, maar bezoekers weten de parkeergarage niet te vinden omdat hij slecht staat aangegeven. En alternatieven voor de parkeergarage OLV Plein en Mosae Forum zijn er ook: De Griend of Plein 1992."
Harrie Beaumont ziet eveneens dat er op parkeergebied nog wat valt te verbeteren. “In Wyck hebben we voldoende parkeergarages, maar de bewegwijzering kan beter. En misschien moeten niet alle borden alleen in het Nederlands neerzetten, maar ook in het Frans en Duits, want we hebben nu eenmaal veel Duitse bezoekers of Franstalige Belgen.”
Toeristen
Maastricht moet vooral geen Amsterdamse toestanden krijgen waar er geen doorkomen meer aan is in sommige straten. “Maastricht moet vooral ook aantrekkelijk blijven voor de eigen inwoners”, klinkt het bijna in koor. Tanguy: “We moeten het als winkeliers niet alleen van de toeristen hebben, maar zeer zeker ook van de eigen inwoners van de stad. Zij kunnen de drukte op zaterdag en zondag mijden door op andere dagen naar de stad te komen. Van maandag tot en met donderdag is het een stuk rustiger in de stad. Het is de kunst voor de stad Maastricht om een goede balans te vinden. Maastricht moet de aandacht verdelen tussen toeristen en inwoners.”
De oproep Koop Lokaal is de vertegenwoordigers van de vijf kwartieren uit het hart gegrepen. Simone: “Als je Maastricht vergelijkt met andere steden, dan zie je dat we het heel goed doen. Er is relatief weinig leegstand en er komen steeds nieuwe winkels of horecazaken bij. De stad is aantrekkelijk om te verblijven. Door de mix van landelijke ketens en familiebedrijven vind je alles wat je nodig hebt. Ik zou zeker de oproep willen doen om de komende feestdagen te shoppen in Maastricht in plaats van de bekende online webshops.”
De voorzitters van de stadskwartieren omarmen het lokaal shoppen, omdat het goed is voor voor de stad, goed voor de winkeliers en voor horeca-ondernemers, want elke euro die uitgegeven wordt in Maastricht, verdwijnt niet een landelijke of internationale webshop.
Van onze redactie
