Inhoudsopgave
Een uitspraak met mogelijk verstrekkende gevolgen: de Maastrichtse kantonrechter vindt een gevonden adressticker op verkeerd aangeboden afval onvoldoende bewijs dat degene die op de adressticker staat de 'dader' is. In deze zaak ging het om een kartonnen doos die aan de straat was gezet. Vraag is of het aantreffen van een adressticker ín een restafval voldoende bewijs is om tot het verhalen van de kosten voor opruimen te komen.
De gemeente eiste 232 euro van de gedaagde voor de geleden schade: bestaande uit de kosten van het opruimen van het onjuist gedeponeerde afval, een kartonnen doos die op straat was gevonden.
De gemeente voor de rechter: "Een ambtenaar van de gemeente Maastricht heeft op 16 januari 2024 huishoudelijk afval aangetroffen dat onjuist is aangeboden. Bij het betreffende afval zijn gegevens aangetroffen waaruit is gebleken dat dit afval afkomstig was van gedaagde."
De gemeente stuurde een op 22 februari een factuur naar de gedaagde, die weigerde te betalen.
Hij of zij verdedigde zichzelf voor de kantonrechter, die de vordering van de gemeente van tafel veegde. "De gemeente Maastricht heeft in dit kader bij dagvaarding verwezen naar een door haar als productie 1 overgelegde foto van een kartonnen doos waarop de adresgegevens van gedaagde staan. Daaruit kan niet de conclusie worden getrokken dat gedaagde deze doos met afval heeft aangeboden. Dat is - zeker in het licht bezien van het verweer van gedaagde - onvoldoende.
De gemeente moet de gedaagde nu nog 75 euro betalen voor gemaakte reis- en verletkosten en 'nakosten'.
