Inhoudsopgave
Kunstmatige intelligentie gaat binnenkort mogelijk een actieve rol spelen in het adviseren van artsen op de spoedeisende hulp. Dat blijkt uit baanbrekend onderzoek van het Maastricht UMC+ (MUMC+), dat als eerste ter wereld een studie uitvoerde naar de inzet van AI in de dagelijkse SEH-praktijk.
In de studie kregen spoedeisendehulpartsen soms wél en soms geen toegang tot een AI-model dat de kans op overlijden binnen 31 dagen voorspelt. Het model, ontwikkeld door klinisch chemicus en AI-specialist William van Doorn, herkende patiënten met een verhoogd risico met een nauwkeurigheid van 84 procent. “Die vroege signalering kan cruciaal zijn om sneller de juiste zorg te bieden,” aldus Van Doorn.
Toch bleek de praktijk anders uit te pakken. De artsen die de voorspellingen zagen, pasten hun behandeling nauwelijks aan ten opzichte van collega’s die de informatie niet kregen. Internist-acute geneeskunde Patricia Stassen: “We dachten dat zo’n extra risicobeoordeling zou helpen bij het prioriteren van patiënten, zeker nu de druk op de SEH groot is. Maar dat gebeurde niet.”
Volgens promovendus Paul van Dam komt dat doordat het model alleen een risico noemt, maar geen advies geeft over vervolgstappen. “Artsen vertrouwen terecht op hun klinische blik. Een voorspelling zonder handelingsperspectief verandert het zorgproces niet. De volgende generatie AI moet artsen daarom gericht kunnen adviseren, niet alleen signaleren.”
Die stap wordt nu onderzocht. Het doel: AI-systemen die niet alleen risico’s voorspellen, maar meedenken in de besluitvorming en aansluiten op het werkproces van artsen. Dat is volgens klinisch chemicus Steven Meex essentieel voor veilige toepassing. “Alleen door kritisch te testen in de echte klinische omgeving kunnen we AI ontwikkelen die patiënten echt vooruit helpt.”
In totaal deden 1.303 patiënten en 97 artsen uit verschillende MUMC+-afdelingen en onderzoeksinstituten mee aan het onderzoek.
