Inhoudsopgave
Het nieuws dat de Muziekgieterij vier miljoen euro aan onterechte subsidie ontving, legt een pijnlijk bestuurlijk probleem bloot: lokale ondernemers stapten naar de rechter om de verleende subsidie aan te vechten en dat vier jaar achter elkaar. De politiek was verrast.
Opinie
De Maastrichtse gemeenschap heeft recht op transparantie en eerlijk bestuur, niet op achterkamertjespolitiek waarbij de gemeenteraad en burgers buitenspel worden gezet.
Het vonnis van de rechter is glashelder. De subsidie aan de Muziekgieterij tussen 2021 en 2024 was onrechtmatig, ontbeerde een wettelijke grondslag en was te zeer op één partij - de Muziekgieterij - toegeschreven. Het ging bovendien om gemeenschapsgeld dat nu in principe moet worden teruggevorderd. Of dit zal gebeuren is echter twijfelachtig, want dat zou hoogstwaarschijnlijk het einde van de Muziekgieterij betekenen. Dat is zeker niet waar Nieskens en De Beaumont op uit zijn. Ze zien een plek voor de Muziekgieterij, maar niet als concurrent van commerciële feestjes.
Oneerlijke concurrentie
Het was niet het college van B&W dat de zaak aan het licht bracht, maar Hans-Paul Nieskens en Lucas de Beaumont van evenementenorganisatie Complex. Zij voelden zich benadeeld door oneerlijke concurrentie. Pas na jaren van bezwaar en vergeefse gesprekken met de gemeente, moest een rechter eraan te pas komen om de feiten boven tafel te krijgen.
Geen bestuurlijke transparantie
De wetenschap dat het college van B&W op de hoogte was van de rechtszaak maakt het pas echt schrijnend. Het college meldde dit niet aan de gemeenteraad. Hierdoor bleef de raad – en daarmee de Maastrichtse burger – volledig in het duister over een miljoenenkwestie die de stad financieel en bestuurlijk raakt. Daarmee rijst de vraag of dit geen incident is of een symptoom van een bestuurscultuur waarin openheid en verantwoording ondergeschikt zijn aan het eigen gelijk. Zo zou een moderne, democratische gemeente niet moeten functioneren.
Fulltime
Is het de gemeenteraad te verwijten dat ze dit niet zelf hebben ontdekt? In theorie had dit natuurlijk gekund, maar vergeet niet dat raadsleden feitelijk slechts betrokken en goedwillende parttimers zijn, veelal zonder een financiële achtergrond. Wethouders daarentegen hebben een heel ambtenarenapparaat achter zich staan dat fulltime bezig is met deze materie.
