Inhoudsopgave
Patiënten met ernstige vernauwingen in de kransslagaders én een verzwakt hart hebben voortaan een grotere kans om een zware hartoperatie te overleven. Dankzij de nieuwe hartpomp Impella 5.5 kunnen artsen het hart na de ingreep tijdelijk bijna volledig ontlasten. Door de pomp structureel preventief in te zetten bij patiënten met een hoog risico, wordt de operatie voor hen veiliger.
Dat meldt het MUMC+.
Bij ernstige vernauwingen in de kransslagaders – de bloedvaten die het hart van zuurstof voorzien – is een openhartoperatie vaak nodig om een hartaanval te voorkomen. Maar als het hart al verzwakt is, kan het erg risicovol zijn om zo’n ingreep te ondergaan. “We moeten deze patiënten opereren,” zegt prof. dr. Roberto Lorusso, cardiothoracaal chirurg bij het Hart+Vaat Centrum in het Maastricht UMC+. “Zonder ingreep overlijden ze vrijwel zeker aan een hartaanval. Maar het risico op overlijden tijdens of kort na de operatie was tot nu toe ook groot.”
Tijd voor herstel
Tijdens de operatie neemt een hart-longmachine tijdelijk de functie van het hart over. Na afloop moet het hart het weer zelf doen – en juist dat is voor een verzwakt hart een zware opgave. Sinds kort beschikt het Maastricht UMC+ over een hartpomp die ook de meest kwetsbare patiënten kan ondersteunen tijdens het herstel van de operatie. Via een kleine opening onder het sleutelbeen brengt de cardiothoracaal chirurg de hartpomp in de linkerhartkamer, die bloed aanzuigt en het lichaam inpompt. De Impella 5.5 pompt tot 5,5 liter bloed per minuut rond, meer dan eerdere modellen en genoeg om de hartfunctie bijna volledig over te nemen. Bovendien kan de pomp tot een maand blijven zitten, waar eerdere modellen meestal na twee weken moesten worden verwijderd. Dankzij die extra kracht en tijd krijgt het hart meer ruimte om te herstellen.
Preventieve plaatsing
“Een hartpomp wordt meestal pas gebruikt als het hart het na een operatie onverhoopt laat afweten,” legt Lorusso uit. “Maar bij patiënten met een ernstig verminderde hartfunctie verwachten we dat al van tevoren. Daarom zetten we in Maastricht, als eerste ziekenhuis in Nederland, deze krachtige pomp structureel preventief in. We plaatsen de pomp aan het eind van de operatie, en geven het hart daarmee de tijd om te herstellen voordat het weer zelfstandig moet gaan werken. Dat doen we in nauwe samenwerking met cardiologen, intensivisten, cardio-anesthesiologen en perfusionisten, om zo de beste zorg rond deze kwetsbare patiëntengroep te organiseren.”
Toename van patiënten
De eerste patiënt bij wie de Impella 5.5 preventief is geplaatst, is inmiddels goed hersteld. Naar verwachting komen jaarlijks 10 tot 15 patiënten in aanmerking voor deze benadering, en dat aantal stijgt. “Steeds meer mensen overleven een hartinfarct,” zegt Lorusso. “Maar dat betekent ook dat er meer mensen zijn met blijvende schade aan het hart, die mogelijk op termijn geopereerd moeten worden. Dankzij deze nieuwe methode kunnen we die groeiende groep en andere patiënten met hoog risico op hartfalen na een hartoperatie nu en in de toekomst beter helpen.”
