Inhoudsopgave
Het was ongetwijfeld een prettig gesprek voor Benoit Wesly met twee gedeputeerden in 2017, die hem 300.000 euro incidentele subsidie toezegden voor de restauratie van het monumentale pand in Boschstraat waar hij het Grand Hotel wilde bouwen. Een incidentele subsidie, omdat de provincie geen beleid had voor een dergelijke subsidie.
Nu, in 2025, doet de rechtbank in Maastricht uitspraak: de al in 2019 voorgeschoten subsidie van 270.000 euro moet worden terugbetaald. Van een "cadeau", zoals Wesly tijdens het proces aanvoerde, kan geen sprake zijn in de ogen van de rechtbank. Het gaat om belastinggeld. Wie de gedeputeerden zijn, wordt niet duidelijk in de uitspraak.
Voorwaarden
Kern van de zaak is dat Wesly - althans zijn bedrijf Xelat Holding B.V. die formeel procespartij is - een subsidie binnensleepte, waaraan wel nog voorwaarden waren verbonden. Het geld zou besteed moeten worden aan fysieke restauratie om het voormalige Liof-kantoor aan de Boschstraat in stand te houden. De redenering van Wesly dat het pand na verkoop door hem ook daadwerkelijk is gerestaureerd en dat het geld dus goed is besteed, wordt door de rechtbank van tafel geveegd.
Exploitatie
Kern van de uitspraak: "Een kostenoverzicht, waaruit blijkt dat de kosten niet gemaakt zijn voor de fysieke restauratie, maar voor plan- en ontwikkelingskosten die eiseres heeft gemaakt voor de exploitatie van het hotel. De subsidie was dus niet aangewend voor de derde partij, de eigenaar van het pand, die op dat moment nog bezig was (of nog moest beginnen) met het uitvoeren van de restauratiewerkzaamheden. De rechtbank is dan ook van oordeel dat eiseres (Xelat Holding B.V., red.) hiermee niet aan de aan de subsidie verbonden verplichting, dat het subsidiegeld moet worden doorgegeven aan de derde partij, heeft voldaan. Daarnaast is de subsidie expliciet alleen geformuleerd als bijdrage in de fysieke restauratie en niet voor plan- en/of ontwikkelingskosten of kosten die eiseres vooraf heeft gemaakt. Deze kosten vallen buiten het verleningsbesluit."
Kort gezegd: Wesly heeft het geld dus niet gebruikt waarvoor hij het gekregen had. Hij had de subsidie nog wel mogen doorgeven, samen met de subsidievoorwaarden, aan de koper van het pand, zo vindt de rechtbank. Maar op het moment dat hij dat deed, was het geld al aan andere zaken besteed.
"Cadeau"
Saillant is, zeker voor de provinciale politiek, dat Wesly voor de rechtbank aanvoert dat er sprake zou zijn van een "cadeau" van de toenmalige gedeputeerden. De rechtbank is daar helder over: "Voor zover eiseres heeft aangevoerd dat de subsidie gezien moet worden als een cadeau, overweegt de rechtbank allereerst dat het hier gaat om belastinggeld, dat verweerder (provincie Limburg, red.) niet zomaar als cadeau weg mag geven. Verder heeft verweerder zich terecht op het standpunt gesteld dat in het verleningsbesluit van 19 december 2017 duidelijk is aangegeven dat er voorwaarden verbonden zijn aan de verstrekking van de subsidie."
Weerspreken
Over wat er precies is gezegd in de gesprekken tussen de gedeputeerden en Wesly lopen de lezingen achteraf ook uit elkaar. "De rechtbank stelt verder vast dat verweerder bij zijn besluitvorming ook heeft betrokken de verklaring van een oud-gedeputeerde, die het standpunt van eiseres over de subsidietoezegging weerspreekt."
Een beroep van Wesly op het toepassen van een hardheidsclausule faalt eveneens. De rechtbank ziet geen concrete aanleiding voor het toepassen daarvan. "Het subsidiegeld is niet uitgegeven aan de activiteiten waarvoor het bedoeld was. Het subsidiegeld kan worden terugbetaald zonder zeer ernstige financiële gevolgen."
Factuur
De rechtbank laat het besluit van de provincie van juni 2021 om de subsidie terug te vorderen in stand. De factuur die de provincie stuurde moet gewoon betaald worden.
