Eerst failliet, nu staan investeerders in de rij

Inhoudsopgave

Het kan verkeren. Ruim een jaar geleden ging het Maastrichtse bedrijf Cyclups, ondanks miljoenen die er ingestoken waren, failliet. Nu staan investeerders in de rij voor het bedrijf dat biobased rietjes en bestek maakt en grondstoffen levert voor plasticvrije verpakkingsmaterialen, kratten en medische wegwerpartikelen.

Cyclups Plantastiq, zoals het bedrijf na een doorstart heet, heeft nu een succesvolle investeringsronde afgesloten. Investeringsfonds Grehamer steekt 1,5 miljoen euro in het bedrijf, zodat de Maastrichtse onderneming sneller kan groeien en de productie kan opvoeren. Grehamer Invest gaat het bedrijf ondersteunen bij de opschaling.

Natuur
Het idee voor Cyclups ontstond bij oprichter Bas Latten tijdens een duikreis naar de Filipijnen in 2019. Daar realiseerde Bas Latten zich pas goed wat de mens voor enorme hoeveelheden plastic in de natuur achterlaat. Terug in Nederland liet het idee om een alternatief voor plastic en papieren rietjes en bestek te maken hem niet los. Hij zocht de samenwerking met Chemelot voor de ontwikkeling van producten met tarwestro als grondstof. In de zomer van 2020 werd Cyclups opgericht.

Moeilijke start
Na een succesvolle laboratoriumfase was het de bedoeling om in 2022 een eigen fabriek te openen in Maastricht voor de productie van milieuvriendelijke rietjes en bestek. Zover kwam het echter niet. Al vanaf het begin liep Cyclups tegen problemen aan. Technische problemen met de opstart, met de geur en kleur van de rietjes, en problemen met de aanvoer van grondstoffen uit India. Later kwamen daar ook nog financiële problemen bij doordat investeerders zich terugtrokken. Door deze problemen bleven inkomsten uit en was het bedrijf niet meer in staat om aan de financiële verplichtingen te voldoen. Er restte niets anders dan zelf het faillissement aan te vragen. Het verlies bedroeg in 2022 ruim 1,2 miljoen euro bij een omzet van 196.000 euro.

Een maand na het faillissement werd een doorstart gemaakt. Het bedrijf heeft een team van acht mensen in Maastricht en een team in India, waar de grondstoffen vandaan komen.