Inhoudsopgave
Een man die tijdens het Preuvenemint 2013 als omstander bij een ruzie een glas in zijn oog gegooid kreeg, eist een schadevergoeding van 123.877 euro van de dader. Het slachtoffer heeft inmiddels een glazen rechter oog, als gevolg van de mishandeling. De dader werd in februari 2018 door het gerechtshof strafrechtelijk veroordeeld. Ondertussen loopt bij de rechtbank in Maastricht een civiele claim tegen de dader, waarover nog steeds geprocedeerd wordt.
De advocaat van het slachtoffer schrijft aan de dader: "Door de mishandeling heeft cliënt een penetrerend oogletsel opgelopen. De oogbol werd doorboord en de pupil is vervormd. Dit letsel werd in eerste instantie gehecht. In de herstelfase zijn echter verschillende netvliesloslatingen ontstaan, welke volgens zowel de behandelend oogarts als de medisch adviseur een direct gevolg zijn van de penetrerende verwonding. In totaal hebben vijf netvliesloslatingen plaatsgevonden, waarvoor cliënt vijf keer werd geopereerd."
"De afgelopen jaren heeft cliënt veel bijkomende klachten ontwikkeld van zijn oog. Uiteindelijk heeft men besloten tot evisceratie (verwijdering ooginhoud) en een glazen oogprothese te plaatsen. Een en ander heeft in mei 2022 plaatsgevonden. De operatie is goed verlopen en thans is cliënt alweer hersteld hiervan, doch van een medische eindtoestand kan echter nooit gesproken worden. Momenteel zijn we doende de schade die reeds in kaart kan worden gebracht, in kaart te brengen."
De advocaat berekent de totale schade van het slachtoffer voorlopig op bijna 125.000 euro. Daar zitten bijvoorbeeld de kosten voor de halfjaarlijkse vervanging van het glazen oog in. Op dat bedrag wordt een voorschot gevorderd.
De rechtbank wijst uiteindelijk een voorschot van bijna 50.000 euro toe. De rechtbank brengt op de gevorderde immateriële schadevergoeding bijvoorbeeld 25.000 euro in mindering die de man in de strafzaak al opgelegd had gekregen als te betalen smartengeld.

