Doorgaan naar artikel

Het onderrokje van Beatrix Desart

Het Sint Amorsplein in de tijd dat antennes het uitzicht nog domineerden. In 1911 kreeg het plein deze naam. Daarvoor droeg het plein de naam Moesmarkt. Dirk Bovera en zijn zoon Jan woonden allebei op de Moesmarkt toen zij kwamen te overlijden. Beeld: beeldbank van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Inhoudsopgave

De Maastrichtse bakker Dirk Bovera had in 1741 aangedrongen op een spoedig huwelijk tussen zijn zoon Jan Bovera en de in Ternaaien woonachtige Beatrix Desart, zo vertelden Dirk Potmans en Anna Collaar toen zij op 26 januari 1749 aan tafel zaten bij de Maastrichtse notaris Johan Guichard. Op verzoek van Beatrix Desart legden Dirk en Anna die dag een verklaring af over de gebeurtenissen, voorafgaande aan haar huwelijk met Jan Bovera op 11 december 1741. Ga je mee naar het jaar 1741?

Dirk Potmans en Anna Collaar woonden in dat jaar 1741 als knecht en dienstmeid bij Catharina Henket, de weduwe van Franck Desart. Catharina was de moeder van Beatrix. In de tijd dat zij bij de weduwe Desart woonden, kwam Maastrichtenaar Jan Bovera in Ternaaien op bezoek om te vrijen met Beatrix. Op een zekere dag was Dirk Bovera, de vader van Jan, op bezoek bij de moeder van Beatrix. Namens zijn zoon had hij de moeder van Beatrix om de hand van haar dochter gevraagd. De weduwe Desart gaf toestemming. Dirk wilde er vervolgens geen gras over laten groeien, en stuurde dienstmeid Anna Collaar gelijk naar de pastoor van Ternaaien. De pastoor moest onmiddellijk naar de woning van de weduwe Desart komen om het verloofde stel in te schrijven. Dit betekende dat het voorgenomen huwelijk bekend gemaakt zou worden in de kerk. Drie zondagen achter elkaar werd dan het voorgenomen huwelijk door de pastoor aangekondigd tijdens de mis. Dat waren de zogenaamde roepen, waarbij de parochianen werd gewezen op hun plicht elk mogelijk huwelijksbeletsel, zoals bloedverwantschap, kenbaar te maken.

Jenever en koffie
Op de dag dat de weduwe Desart haar dochter Beatrix had weggegeven aan Jan Bovera, hadden Dirk Potmans en Anna Collaar gehoord dat Dirk Bovera tegen de aanstaande schoonmoeder van zijn zoon had gezegd dat zij zich geen zorgen hoefde te maken over haar dochter. Het was gebruikelijk dat een bruid ook een bruidsschat van haar familie meekreeg, maar Dirk vond dat niet nodig. “Gij behoeft haer niets mede te geven”, zo hadden Dirk en Anna de vader van Jan Bovera horen zeggen. Volgens de knecht en dienstmeid had Dirk Bovera tegen de weduwe Desart gezegd dat hij zijn zoon en zijn aanstaande schoondochter een huis op de Markt zou geven. Dit huis lag op de hoek van de Spilstraat. Zij konden daar “genever en caffe schenken”, zodat zij op die manier konden voorzien in hun levensonderhoud. Dirk zag dus een toekomst als herbergier voor zijn zoon. En als dat huis niet voldoende zou zijn, dan zou hij zijn zoon en schoondochter nog meer schenken, zo had Dirk Bovera tegen de weduwe Desart gezegd. Hij had immers slechts één kind, dus alles zou uiteindelijk toch voor zijn zoon zijn. Zoals hierna zal blijken, was Jan niet het enige kind van Dirk Bovera. Een zus van Jan was kloosterzuster in het klooster van de Nieuwenhof. Maar als kloosterzuster zou zij niet erven.

Het klooster van de Nieuwenhof, omstreeks 1849 getekend door Philippe van Gulpen. Het gebouwencomplex is tegenwoordig in gebruik door de Universiteit Maastricht. In dit klooster leefde de schoonzus van Beatrix Desart. Beeld: beeldbank van het Historisch Centrum Limburg (HCL)

Rue des Tourneurs
Nadat de pastoor op bezoek was geweest, vertrok Dirk Bovera weer terug naar Maastricht. Dirk Potmans, de knecht van de weduwe Desart, begeleidde hem terug naar de stad. Tijdens de terugreis vertelde Dirk Bovera hetzelfde als hij de weduwe Desart had verteld, namelijk dat hij het huis op de hoek van de Markt en de Spilstraat aan zijn zoon als huwelijksgift zou geven. En als dat huis het jonge paar niet zou bevallen, dan had hij nog drie à vier andere huizen in de aanbieding, waaruit zij zouden kunnen kiezen.

Waarom legden Dirk Potmans en Anna Collaar hun verklaring af bij de notaris? Ongetwijfeld waren problemen ontstaan met Dirk Bovera. Was hij zijn beloftes met betrekking tot het huis niet nagekomen? De problemen waren blijkbaar zo serieus dat acht jaar na die verklaring het noodzakelijk bleek dat de weduwe Desart, de moeder van Beatrix, ook een verklaring zou afleggen bij een notaris. Op 18 april 1757 reisde de Maastrichtse notaris Franciscus Dominicus Janssens naar Ternaaien om de weduwe Desart te bezoeken. Door haar hoge ouderdom, zij zal toen ongeveer tachtig jaar oud zijn geweest, kon zij niet meer naar Maastricht reizen. Blijkbaar sprak zij Frans, want notaris Janssens stelde zijn akte in de Franse taal op. Ook de weduwe Desart verklaarde dat Dirk Bovera een huis op de hoek van de Markt (in de akte “Grand Marché” genoemd) en de Spilstraat (in de akte “Rue des Tourneurs” genoemd) als huwelijksgift had beloofd.

Het verlies van een kind
We gaan weer terug naar het jaar 1741. Op 11 december van dat jaar voltrok de pastoor van Ternaaien het huwelijk tussen de achtentwintigjarige Jan Bovera en de zes jaar jongere Beatrix Desart. Het jonge koppel ging in Maastricht wonen. Waar in Maastricht, dat is helaas (nog) niet bekend. Op 11 oktober 1742 werd hun eerste kind gedoopt in de Sint Jacobskerk, destijds gelegen op de hoek van de Bredestraat en de Sint Jacobstraat. Het was een meisje dat de namen Maria Ida kreeg. In 1745 werd zoon Franciscus Theodorus geboren. Dit jongetje zou slechts één jaar oud worden. Op 12 juni 1746 werd hij begraven in de kloosterkerk van de zusters van de Nieuwenhof. Volgens een aantekening van de pastoor van de Sint Jacobskerk woonden de ouders toen op “magno foro” (grote markt). Was dit het huis dat Dirk Bovera aan zijn zoon beloofd had? Of was het toch een ander huis? Toen de kleine Franciscus Theodorus Desart overleed, was zijn moeder Beatrix reeds in verwachting van het volgende kind. Op 1 december 1746 werd dochter Elisabeth Bovera gedoopt in de Sint Jacobskerk.

Gekleed in een onderrokje
Beatrix Desart komt naar voren als een sterke en zelfstandige vrouw. Alleen al in het archief van notaris Johan Guichard heeft zij een groot aantal sporen achtergelaten. Hierdoor kan haar leven voor een deel gereconstrueerd worden. Of het huwelijk van Beatrix en Jan uiteindelijk gelukkig bleek te zijn, dat valt te betwijfelen. Waarschijnlijk niet toevallig werd op 10 april 1749, slechts tweeënhalve maand nadat Dirk Potmans en Anna Collaar op verzoek van Beatrix een verklaring hadden afgelegd, door notaris Guichard een akte gepasseerd waarbij Adam Meinershagen een verklaring aflegde over gebeurtenissen vijf jaar daarvoor. Ook die verklaring werd op verzoek van Beatrix afgelegd. Was Beatrix bewijs aan het verzamelen tegen haar man en schoonvader? Adam Meinershagen verklaarde dat hij ruim vijf jaar geleden een jaar lang had gelogeerd bij het echtpaar Bovera-Desart. Hij was in die tijd konstabel onder de compagnie van generaal Glabbeek. Op een zekere nacht was beneden in het huis een groot kabaal ontstaan. Adam was daarop naar beneden gelopen, zogenaamd om zijn lamp aan te steken. Hij zag toen dat Jan en Beatrix ruzie aan het maken waren. Die ruzie liep dusdanig uit de hand dat Beatrix, slechts gekleed in haar onderrokje, en met haar kind op de arm, de straat op moest vluchten.

Links van het steegje (Heilige Geest) ligt het huis Markt 71. Beatrix Desart kocht dit huis in 1763 voor 6.300 gulden. In 1780 blies ze haar laatste adem uit in dit huis. Tegenwoordig heeft Burger King dit pand in gebruik. De foto werd gemaakt in 1962. Beeld: beeldbank van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

De verklaring van Adam Meinershagen wekt de suggestie dat Beatrix het niet eens was met het feit dat haar man al die gasten in huis liet logeren en dineren. Het ging soms om grote groepen, zo vertelde Adam aan notaris Guichard. Het agressieve karakter van Jan Bovera was een groot probleem, zo blijkt uit de akte. Diverse keren was het bijvoorbeeld voorgekomen dat Jan borden met eten van tafel pakte en door het huis smeet. Behalve Adam Meinershagen zat op dat moment ook de geweermaker Philip Maeillet aan tafel bij notaris Guichard. Hij verklaarde dat hij drie jaar geleden bij Beatrix Desart geïnformeerd had om een kamer te huren in haar huis. Beatrix had echter verklaard zich met die zaken niet te bemoeien, en dat hij zich maar moest melden bij haar man. Wat het exacte doel van de verklaringen op 10 april 1749 was, is niet geheel duidelijk. Mogelijk dat Beatrix wilde aantonen dat ze een slecht leven had bij haar man. 

Beatrix wordt weduwe
We maken een sprong in de tijd, en reizen naar het jaar 1759, tien jaar nadat op verzoek van Beatrix Desart de bijzondere verklaringen waren afgelegd bij notaris Guichard. Op 16 januari 1759 zat Beatrix aan tafel bij notaris Guichard, die inmiddels haar huisnotaris was geworden. De notaris had een huurovereenkomst opgesteld, waarbij Beatrix een huis op de Houtmarkt huurde. De Houtmarkt lag destijds op de grens van de Markt en de Boschstraat. Het huis, waarvan de achterbouw uitkwam in de Batterijstraat, droeg de naam De Croon. Beatrix tekende de akte niet als gevolmachtigde van haar man, maar werd zelfstandig de huurder. Dit is opmerkelijk. 

Ruim een jaar later overleed haar schoonvader Dirk Bovera. De pastoor van de Sint Jacobskerk noteerde in zijn begraafregister dat hij woonachtig was op ‘Forum Olerum’. Dit betreft de Moesmarkt, het huidige Sint Amorsplein. Op 23 april 1760 werd Dirk begraven in de kerk van het Dominicanenklooster. Of Jan, de man van Beatrix, toen al bij zijn vader woonde, of dat hij pas ná diens overlijden op de Moesmarkt is gaan wonen, is niet bekend. Maar toen de pastoor van de Sint Jacobskerk in zijn begraafregister noteerde dat Jan Bovera op 13 december 1761 begraven was in de kerk van het Dominicanenklooster, noteerde hij tevens dat Jan woonachtig was op de Moesmarkt. Het lijkt er op dat Jan en Beatrix apart waren gaan wonen, en dat Beatrix in het door haar gehuurde huis op de Houtmarkt woonachtig was. Ze was nu een tweeënveertigjarige weduwe.

Spannende momenten in een klooster
Uit een akte die werd opgemaakt op 8 januari 1762, nog geen maand na het overlijden van Jan Bovera, blijkt dat Beatrix een strijdvaardige vrouw was. Zij had toestemming gekregen van de Brabantse vice-hoogschout om het slot van het klooster van de Nieuwenhof open te laten breken en zich toegang te verschaffen tot het klooster. Zij schakelde notaris Guichard in om deze opdracht uit te voeren. Het doel van Beatrix was om er achter komen of haar schoonvader geld, zilver of documenten in bewaring had gegeven aan het klooster. Eén van de kloosterzusters van de Nieuwenhof was namelijk een dochter van Dirk Bovera, en dus een schoonzus van Beatrix. Zuster Bovera verklaarde aan de beide notarissen dat haar vader in het verleden wel geld in bewaring had gegeven, maar dat hij dat vóór zijn overlijden reeds had opgehaald in het klooster. 

In november 1780 blies Beatrix haar laatste adem uit, eenenzestig jaar oud. Op 25 november vond haar uitvaart plaats. Net zoals haar schoonvader en echtgenoot kreeg zij een laatste rustplaats in de kerk van het Dominicanenklooster. Ze was overleden in haar huis dat op de hoek van de Markt en de Heilige Geest lag. Ze had dit huis in 1763 gekocht voor 6.300 gulden, een aanzienlijk bedrag in die tijd. In de akte waarin ze het huis had gekocht, werd ze koopvrouw genoemd. Zeventien jaar lang had ze hier gewoond. Was ze als weduwe gelukkiger dan tijdens haar huwelijk met Jan Bovera? Misschien duikt er ooit nog een notariële akte op die meer inzicht geeft in het huwelijksleven van Jan en Beatrix.

Opmerkingen

Laatste Nieuws

Ons nieuws is en blijft altijd gratis als je je inschrijft voor de gratis nieuwsbrief

Er is iets misgegaan. Probeer het later opnieuw

Bedankt voor uw aanmelding. Controleer uw e-mail om de inschrijving af te ronden