Inhoudsopgave
Hij kreeg haast geen lucht meer, zó stevig duwde Hassan zijn boezemvriend Moktar Naas tegen zich aan. Dat was een unicum; normaliter toonde Hassan zijn genegenheid niet fysiek. Het was maandag 3 februari op de Islamitische begraafplaats in Ulestraten, even nadat zij een gemeenschappelijke vriend ter aarde hadden besteld. Moktar kreeg zelfs een kus, en Hassan zei hem: “Broer, ik ben blij met wat mij samen bereikt hebben. Bedankt!” en liet zijn blik daarbij over het kerkhof gaan.
Door: Karlijn van der Graaf
Afgelopen najaar waren zij, samen met een aantal betrokkenen uit de moslimgemeenschap en verenigd in een stichting (‘Makbara Islamia’), erin geslaagd om deze begraafplaats tot stand te brengen. De ellendige coronaperiode had dit initiatief uit 2018 versneld. Gestorvenen konden immers in die tijd niet naar het land van herkomst terug gebracht worden. Vele families uit Marokko en Turkije wensen dat ook niet meer; Nederland is, zeker voor de generaties die hier geboren zijn, hún land. En zij willen de graven van overleden familieleden daarom graag in de buurt. Samen met uitvaartonderneming Walpot ontwikkelde de stichting een natuurbegraafplaats met vier verschillende ‘landschapskamers’, waarvan één voor moslims. De graven in deze kamer zijn voor onbepaalde tijd, ten behoeve van eeuwigdurende rust. Het woord ‘rust’ nam Hassan ook in de mond toen hij in november tegen Moktar zei dat hij deze dankzij de realisatie van de begraafplaats, voor 100% voelde. Het overbrengen van zijn oudste zoon Karim, van diens graf aan de Tongerseweg naar het familiegraf in Ulestraten, droeg daar zonder meer aan bij.
Avontuur met drempels
Waarschijnlijk had de jonge Hassan toen hij eind jaren ’60 in Nederland arriveerde, nooit kunnen bevroeden dat hij zich ooit in zou zetten voor een laatste rustplaats in dit land. Laat staan dat hij zich op de eerste plaats Maastrichtenaar zou gaan voelen. Hij verliet Marokko om in Europa te werken, maar vooral om op avontuur te gaan. Overigens heette hij bij vertrek uit Marokko nog Mohammed. De naam Hassan verkreeg hij omdat hij in zijn beginjaren in Nederland veel voetbalde, en door taalbarrières vernoemd werd naar een destijds bekende voetballer, genaamd ‘Hassan’. Sindsdien ging hij zo door het leven in Nederland. Omdat hij was opgegroeid in een modern, destijds Frans mijndorp in Marokko, leek de stap naar Europa niet zo groot. Zijn familie had het goed, hij had op een internaat zijn opleiding genoten en sprak naast Arabisch, vloeiend Frans. Het vrije Europa, waarover hij vernam van familieleden die hem voor waren gegaan, trok hem en hij verlangde ernaar kennis te maken met mensen met een andere achtergrond, cultuur en gebruiken. Dat bleek in de praktijk niet simpel want er waren vele drempels.
In het boek dat hij begin jaren ’80 over deze begintijd schreef -dat wil zeggen: hij dicteerde en zijn vrouw Tiny werkte de verhalen uit op de antieke typemachine van haar vader- stelt Hassan: ‘Er is een gezegde bij ons dat luidt: ‘Niemand kan je beter begrijpen dan degene die hetzelfde heeft meegemaakt’. Wij (jonge Marokkaanse jongens die net aangekomen waren in Nederland en in een zogenoemd gezellenhuis in Urmond waren ondergebracht om te werken bij DAF, red.) voelden ons met elkaar verbonden door gemeenschap van taal en geloof. Wij konden niet zelfstandig los van die clan bestaan. Daarom gingen wij met groepjes naar de nieuwe wereld, die voor ons zo vreemd was. De mensen op straat gedroegen zich anders dan bij ons. Men zag bijna nooit mensen tegen elkaar praten. Ieder ging zijn eigen gang. En wij maar lopen, zonder echt te beseffen wat er om ons heen gebeurde. Soms als we iets zagen wat wij gewend waren, stopten we. Sommigen van ons liepen hand in hand. Tot hun verbazing werden zij nagekeken, door mensen op straat. Mensen keken naar onze huidskleur en zwarte krulletjes. Wij dachten dat wij kontakt konden maken. Wij wilden met die mensen praten in het Frans. Sommigen gaven ons de tijd, anderen zeiden: “Niks verstaan!” en gingen verder.’
Inburgering
Niet veel later in Hassan’s leven zou hij die drempels allemaal overgaan. Hij had zijn clan vanaf toen niet langer nodig om te overleven, maar zou deze ook nooit loslaten. Hij leerde de Nederlandse taal, maakte kennis met de gebruiken en tradities. Deze inburgering verliep extra vlot aangezien hij een Mestreechs maedske aan de haak sloeg: Tiny. En wel tijdens carnaval. Hassan vroeg zich af of dit soms de normale gang van zaken was in Maastricht; of mensen zich altijd zo gedroegen in deze stad, die hij voor het eerst bezocht. Tiny kan er nu nog om lachen. Zij ging vroeger graag op stap bij La Cave in de Lenculenstraat, en als het heel gezellig was daarna nog door bij La Réserve in Vroenhoven, en viel nu te midden van het feestgedruis voor deze jongeman, die zo goed dansen kon. Na hun trouwen kregen ze vier kinderen: Karim, Hassan (hij zou slechts een week oud worden), Rachida en Nordine, die zowel de Nederlandse, Maastrichtse als Marokkaanse taal meekregen. Ze vestigden zich in Malpertuis. Hassan leerde Tiny Marokkaans eten zoals couscous en harira te bereiden, dat door haar afgewisseld werd met gerechten uit de Hollandse keuken. Van elkaar leren en elkaars cultuur respecteren, was steeds de insteek. Na de geboorte van hun eerste kind toog Hassan voor het eerst met zijn gezin naar Touissit. Daar werden ze gastvrij onthaald. Hassan’s vader verwelkomde Tiny op een respectvolle en hartelijke manier; op een wijze zoals hij aannam dat het in West-Europa gebruikelijk was. Dit toont diens bereidheid om zich in de ander in te leven, ondanks de culturele verschillen. Het is een levenshouding die Hassan van thuis uit heeft meegekregen.
Helpende hand
Niet verrassend dat hij daarom graag nieuwkomers in ons land de weg wees, hen hielp bij het invullen van formulieren en troost bood bij heimwee. Velen wisten de weg naar zijn voordeur te vinden. Dat bleef niet onopgemerkt in de lokale gemeenschap, en Hassan werd in de jaren ’80 door de PvdA benaderd om actief te worden binnen de gemeentelijke politiek. Zijn vriend Moktar trok hierin met hem op. Hassan had op dat moment nog niet de ambitie om raadslid te worden. Later werd zijn dochter Rachida dat wèl met steun van haar vader. Aangezien het na haar vertrek uit de raad nog jaren bleef kriebelen, besloot Hassan uiteindelijk om zelf volksvertegenwoordiger te worden. Eerst voor de PvdA en later voor het CDA. Een belangrijk streven binnen zijn politieke werk was om de negatieve beeldvorming van buitenlanders tegen te gaan. Echter: het algemeen belang vond hij altijd leidend. Hij zette zich in voor minderheden èn Maastrichtenaren, en vooral voor ‘minima’. Hassan werd in 2010 voor zijn grote inzet geridderd. Hij zou tot zijn dood aanspreekpunt voor de Marokkaanse gemeenschap blijven, en bruggen slaan om grenzen te slechten en die drempels die hij zelf ervoer, voor anderen te verlagen. Ongeduld en perfectionisme brachten hem ertoe om daarbij weinig aan anderen over te laten. Liever regelde hij het zelf op zijn manier en in zijn tempo.
Hartzeer
Dat zorgde voor bezorgdheid bij zijn vrouw en kinderen. Hassan had sinds 1996 hartproblemen, en zou het daarom wat hen betreft rustiger aan mogen doen. De eerste gezondheidsperikelen deden zich voor na de dood van Karim, de oudste zoon, die op zijn 23ste door zinloos geweld om het leven kwam. De hulp die hij samen met zijn vriendin aan een gezamenlijke vriendin bood, werd hem fataal. Volgens zijn vrouw en Moktar, met wie hij dagelijks contact had, heeft het verdriet om het verlies van zijn zoon, Hassan van binnen versleten en zijn hart gebroken. In 2019 lag hij acht weken op de intensive care, maar krabbelde na een zware operatie weer op. In het voorjaar van 2024 maakte Hassan een laatste reis door Marokko, en bezocht naast broers en zussen alle locaties die in zijn familiegeschiedenis belangrijk zijn geweest, net als Karim dat jaren eerder op zijn 22ste had gedaan.
Bestemming
Misschien dacht hij tijdens die reis terug aan de anekdote die hij zijn kinderen vaak verteld heeft. Ooit reisde Hassan met zijn vader in een auto door de Sahara van de ene stad naar de andere. Na een rustpauze lag er opeens een dood vogeltje op de motorkap. Hassan wilde het eraf halen, maar zijn vader maande hem het te laten liggen; hij zou wel zien waarom. Bij het stoppen van de motor bij aankomst, spong direct een kat op de auto en griste het vogeltje mee. “Zie je wel?” zei zijn vader, “Dat was voorbestemd; die vogel lag er voor die kat.” Hassan geloofde in een lot van het leven, een voorbestemming voor een ieder. Bij de geboorte is het eindpunt al bepaald. En als je tijd gekomen is, dan wordt de klok stil gezet en dan is daar niets aan te doen. Zo is het leven, daar moet je je bij neerleggen.
En dat is wat Tiny, de kinderen met hun partners en zes kleinkinderen, en familie en vrienden doen, hoe verdrietig zij ook zijn. Want Hassan overleed plotseling in de ochtend van 5 februari, twee dagen na zijn innige omhelzing met Moktar. Hij werd begraven in hetzelfde graf als Karim, vanzelfsprekend op ‘zijn’ Islamitische natuurbegraafplaats in Ulestraten.
