Doorgaan naar artikel

In Memoriam Lia van Term - van der Hijden

Lia van Term - van der Hijden | * 6 november 1932 Maastricht + 2 mei 2025 Maastricht

Inhoudsopgave

“Waar is moe toch? Ik moet naar haar toe!”Lia kon zomaar tien keer op een dag haar in Sittard wonende zus Clementine bellen om te vragen naar hun moeder. Iedere keer nam de 95-jarige dame op, en probeerde dan haar drie jaar jongere zus gerust te stellen en op te vrolijken. Hoewel haar kinderen uit zorg voor hun moeder wel eens voorstelden de telefoon af en toe te laten overgaan als tante Lia belde, kon Clementine dat niet over haar hart verkrijgen. Daar is zij, nu Lia overleden is, blij om. De ‘kleintjes’ uit het gezin van zes waren hun leven lang hecht. Zij wisten alles van elkaar en vonden in gezamenlijk verdriet troost bij elkaar. ‘Zussen, daar komt niemand tussen’ was hun gevleugelde uitspraak. 

Door Karlijn van der Graaf

Die wederzijdse steun was al in hun jonge jaren nodig. Hun vader, Paul van der Hijden, overleed tijdens de Tweede Wereldoorlog na een lang ziekbed op 51-jarige leeftijd. De uit Santpoort afkomstige douanier stal ten tijde van de Eerste Wereldoorlog de show én het hart van hun moeder toen hij schaatste op de vijver van Kasteel Eijsden. De Hollandse jongen was een stuk geoefender dan de anderen op het ijs, en hij kon zich daardoor verheugen in een grote belangstelling van de meisjes. Zelf zou hij later zeggen: “De mooiste heb ik me eruit gepikt.” Dat meisje, Josephien, afkomstig van een boerenfamilie uit Oost-Maarland, verhuisde met hem mee naar Monnickendam en later Amsterdam. In het vrolijke gezin dat zij stichtten, werden in Noord-Holland vijf kinderen geboren. Eerst twee jongens en daarna drie meisjes. Paul droomde van een baan bij de golfclub van Bloemendaal, maar Josephiens heimwee bracht hen terug naar het zuiden, waar in Scharn op de Bergerstraat nog een dochter ter wereld kwam: Lia. 

Toppen en dalen
Josephien stond er na het overlijden van Paul met zes kinderen alleen voor. En dat in oorlogstijd. Het was een tijd vol zorgen, onder andere over haar zoons van 20 en 21 die zomaar afgevoerd konden worden voor de Arbeitseinsatz. Gelukkig was er dankzij de verhuizing altijd familie in de buurt. Na de oorlog en met het opgroeien van de kinderen kwam er weer lichtheid in het leven, al had Josephien er grote moeite mee om alleen thuis te verblijven. Clementine en Lia waren zich daar van bewust, zeker toen in de jaren ’60 alle kinderen uitgevlogen waren. In principe moest er altijd iemand bij hun moeder zijn. Toen hun beide oudere zussen vlak na elkaar ziek werden en kwamen te overlijden, bleven zeven kinderen (hun neefjes en nichtjes dus) achter zonder moeder. Een drama en Lia en Clementine deden er samen met hun broers alles aan om zowel dit gezin als hun eigen moeder te ondersteunen.

Bruine ogen
Dat was af en toe een opgave aangezien de zussen intussen ook ieder een eigen gezin hadden. ’Van een bruiloft, komt een bruiloft’ bleek namelijk van toepassing op Lia, want op het verlovingsfeest van een vriendin ontmoette zij Fons. Hij studeerde psychologie in Nijmegen, en viel als een blok voor haar bruine ogen. Lia was destijds werkzaam als secretaresse bij Staatsbosbeheer waar ze het ontzettend naar haar zin had. Met het verdiende geld spaarde ze voor hun uitzet. Toen zij en Fons in 1963 trouwden moest ze haar baan opzeggen. Ze vestigden zich in Enschede, waar hun eerste dochter werd geboren: Josje. De baby bleek klein en at niet goed. Het duurde zes weken voordat ze weer op geboortegewicht was. Al die tijd was haar oma Josephien in Enschede om Lia bij te staan. 

Om dichterbij haar moeder te kunnen zijn verhuisde Lia een jaartje later met Fons en de kleine Josje terug naar Maastricht. Fons werd vervolgens een van de grondleggers van Franciscusoord in Valkenburg. Ze betrokken een flatwoning aan het Oranjeplein, waar Jan-Paul, David en Marijne geboren werden. De tweede zoon kreeg tot zijn vaders vreugde de bruine ogen van Lia. Na de geboorte van elk kind, schonk hij Lia een sieraad. 

De spil
Het uitgedijde gezin vond een ruimere woning aan de Gardelaan in Biesland. Lia was de spil van het gezin, Fons zorgde voor het inkomen èn hij voerde de lastige gesprekken met de kinderen wanneer dat volgens haar nodig was. Hij verzocht zijn kinderen dan met een knipoog: “Doe nu maar gewoon wat ik zeg, dan ben ik ook van je moeder af!”. Vanwege haar liefde en zorgzaamheid had Lia volgens haar zoon Jan-Paul als voorbeeld kunnen fungeren voor het ‘handboek moeder’ als dat zou bestaan. Een gelijkwaardige bejegening had ze hoog in het vaandel staan: iedereen evenveel aandacht, cadeaus, kansen, liefde en zorg.  

Het gezinsleven was warm en gezellig. Kerst en verjaardagen werden uitbundig gevierd. Lia vond gastvrijheid belangrijk, Ze wilde haar gezin en gasten verwennen met het allerbeste. Volgens haar betekende dit dat de vlaaien van bakker Hermans moesten komen, de taarten van Lemmens, het suikerbrood van de patissier in Wijlre, forellen van de kwekerij in Sint-Martens-Voeren enzovoort. In de zomer trokken ze er met de caravan op uit naar Frankrijk waar drie weken lang kerken, kastelen en landschappen bezocht werden. Dat was vooral Fons’ liefhebberij, want Lia vond het reizen met kinderen nogal een onderneming. 

Orde en netheid
Ze beschouwde het bestieren van het huishouden als een baan en legde de lat hoog. Lia cijferde zichzelf bovendien weg. Alles wat ze deed was in dienst van haar man en kinderen. Haar motto was: ‘een nette huisvrouw herken je aan haar schone hoekjes in huis’, zoals ze zelf van haar moeder Josephien had geleerd. Toen Lia eens de ramen aan het lappen was en naar binnen keek bij de overbuurvrouw, zag ze dat deze een boek aan het lezen was. Midden op de dag! Dat kán toch niet vond Lia, hoewel ze dat best ook zou willen. Later heeft ze haar dochters Josje en Marijne verteld dat ze zich achteraf afvroeg waarom zij, als ‘eigen baas’ zo’n stevig arbeidsethos had nagejaagd. Eenzelfde toewijding legde ze aan de dag qua voorkomen. Lia zag er altijd piekfijn uit. Haar kleding paste perfect bij elkaar, ze droeg sieraden en haar haardracht en make-up waren steevast verzorgd. Daar hechtte zij veel waarde aan.

Ontplooiing 
Tegen de tijd dat alleen David nog thuis woonde, verhuisden ze terug naar de flat aan het Oranjeplein. Een portiek verder dan waar ze jaren eerder met het hele gezin gewoond hadden. Ze kwamen te wonen naast Ria en Max Dickhaut, met wie een fijne band ontstond. Er brak een fase aan waarin Lia meer tijd voor zichzelf kreeg en waarbij zij haar hart op kon halen op leesgebied. Ze verslond boeken, net als haar zus Clementine en dochter Josje, dus er werd volop uitgeruild. Lia beleefde daarnaast veel plezier aan het kijken van kennisquizzen op tv en was er trots op zo vaak het juiste antwoord te weten, om bij de tijd te zijn. Dat was zij ook op het gegeven dat ze zelf geld verdiende als surveillant bij examens op het Sint-Maartenscollege. Met de opbrengsten kocht ze cadeaus voor de kinderen en kleinkinderen. Daarnaast was ze dol op wandelen, het liefst in de natuur, maar ook in en rondom de stad. Lia kende alle paden en lanen.  

Een andere Lia
Nadat Fons overleed in 2020, gaf ze blijk van een uitgesprokenere mening dan men van haar gewend was. Lia overlegde veel met Fons en nam zijn oordeel over. Hij was een ster in relativeren en het scheppen van rust. Nu sprak ze zelf vanuit haar hart en dat was even wennen voor haar omgeving. 

De omgang met haar buurvrouw Ria werd inniger. Zij werd Lia’s vraagbaak en luisterend oor wanneer ze haar verhaal kwijt wilde of íets kwijt ráákte: dan hielp Ria zoeken. Samen ‘deelden’ ze een schoonmaakhulp. Toen Lia op een gegeven moment sieraden miste, zochten ze samen de hele woning af en de zakken van haar kleding. Ze vroeg Ria of zij niet ook iets kwijt was. Na een blik in de lade waar het doosje met Ria’s sieraden zich had bevonden, wisten ze genoeg: ze waren bestolen. Het heeft Lia veel verdriet gedaan. Enerzijds vanwege de emotionele waarde van de verloren spullen en anderzijds vanwege het geschonden vertrouwen.

Liefde en aandacht
Daarnaast was het extra pijnlijk omdat er onterecht verwarring was ontstaan. Lia raakte in die periode regelmatig spullen kwijt. Ze zocht ze het nu eerst bij zichzelf. Zij zou zelf vast weer niet goed opgelet hebben. Lia was namelijk niet meer de oude. Het was mistig in haar hoofd. Lezen lukte niet meer, de kleding matchte niet langer, ze vergat haar rollator vaak. Het kon gebeuren dat ze op een hele dag slechts een enkele tomaat at. Soms hoorde Ria haar ’s avonds laat de deur uitgaan en moest zij Lia geruststellen en ervan overtuigen dat ze echt niet naar haar moeder hoefde te gaan. Want dat was waar Lia telkens naar op zoek ging: naar haar moeder Josephien. Ze dacht steeds naar ‘moe’ toe te moeten. De kinderen zagen het met verdriet aan. Lia werd opstandig, gedreven door pure onmacht. Zij die altijd de boel zo onder controle had gehad, zo beheerst was, raakte zichzelf kwijt. Er werd besloten dat ze beter af was in de Lenculenhof. Lia verzette zich hevig tegen de verhuizing; woedend was ze. Toch kon het niet anders en haar dochters, zonen en kleinkinderen probeerden de situatie te verzachten met liefde en aandacht.

Op haar nieuwe plek werd Lia steeds meer ‘kinds’. Eindeloos zoekend naar haar moeder. En dan belde ze haar zus Clementine maar weer op. Maar tussen de hersenschimmen door herkende ze haar kinderen en kleinkinderen gelukkig altijd. Ze was dan voor even weer haar vertrouwde liefdevolle zelf. De ziekte sloeg meedogenloos toe, wat ergens ook troostrijk was… Lia hoefde niet meer te zoeken.

Gratis nieuwsbrief, niks meer missen
Wilt u ook van maandag tot en met zaterdag vóór 6.30 uur het laatste nieuws over Maastricht in uw mailbox? Meld u dan gratis aan voor de nieuwbrief van De Nieuwe Ster. Meer dan 20.000 trouwe lezers gingen u al voor. Het enige wat wij van u vragen

Laatste Nieuws

Ons nieuws is en blijft altijd gratis als je je inschrijft voor de gratis nieuwsbrief

Er is iets misgegaan. Probeer het later opnieuw

Bedankt voor uw aanmelding. Controleer uw e-mail om de inschrijving af te ronden