Inhoudsopgave
Deze maand publiceerde De Nieuwe Ster twee verhalen waarin een theorie over de laatste rustplaats van de beroemde Franse musketier D’Artagnan werd gepresenteerd. D’Artagnan sneuvelde op 25 juni 1673 tijdens het beleg van Maastricht door de Franse koning Lodewijk XIV (de Zonnekoning). Volgens die theorie zou de musketier begraven zijn in de kerk (of op het kerkhof) van het klooster van de Minderbroeders (Observanten) op de Sint Pietersberg. Het bekende buitengoed Slavante (afgeleid van Observanten) ligt bij de locatie waar het klooster van de Observanten lag. Het klooster en de bijbehorende kerk verdwenen in de negentiende eeuw. Hoe komt het dat we nog nauwelijks iets van dit klooster op de Sint Pietersberg terug kunnen vinden? Ik neem de lezers van De Nieuwe Ster weer mee op een tijdreis.

De opheffing van de kloosters
Op 4 november 1794 gaf de stad Maastricht zich over aan het Franse leger. Een dag later ondertekende de militaire gouverneur van de stad, de prins van Hessen-Kassel, de capitulatievoorwaarden met de vertegenwoordigers van de Franse Republiek. Bijna een jaar later, op 1 oktober 1795, werden Maastricht en de omliggende gebieden geannexeerd door Frankrijk. Ook de heerlijkheid Sint Pieter, waarover de prins-bisschop van Luik de scepter had gezwaaid, viel ten prooi aan de gebiedshonger van de nog jonge Franse Republiek. In 1795-1796 werden de Maastrichtse kloosters opgeheven. Hun bezittingen werden in beslag genomen en alle kloosterlingen werden op straat gezet. Ook het klooster van de Observanten, ook wel Slavante genaamd, moest eraan geloven.

Het klooster Slavante wordt gesloopt
Nadat het klooster eerst in 1797 werd verkocht aan een voormalige kloosterling, wisselde het kloostercomplex vervolgens een aantal keren van eigenaar. Uiteindelijk zou de vermogende Sint Pieterse bierbrouwer Pieter Gillis Claessens (1768-1843) de kloostergebouwen op 22 november 1827 in eigendom verwerven. Hij legde een bedrag van 4.943 gulden op tafel. Helaas zou Pieter Gillis de geschiedenis ingaan als de man die het grootste gedeelte van de kloostergebouwen en de kerk liet slopen. Hetgeen overbleef, liet hij inrichten als een herberg. Ik ben een nakomeling van Pieter Gillis. Eén van zijn kinderen uit zijn eerste huwelijk met Helena Degeer, de gelijknamige Pieter Gillis Claessens (1801-1873), gehuwd met Agnes Kruijen, is de grootvader van mijn overgrootmoeder Maria Catharina Isabella Hubertina Jongen (1879-1943).
Pieter Gillis Claessens verkoopt Slavante
Op 25 september 1843 overleed Pieter Gillis Claessens aan de gevolgen van een beroerte. Hij was toen niet meer in het bezit van zijn buitengoed Slavante. De Groote Sociëteit (althans, de zogenaamde Buitensociëteit) van Maastricht was al geruime tijd huurder van het buitengoed. Op enig moment had Pieter Gillis besloten om Slavante te verkopen. Omdat hij wist dat de leden van de Groote Sociëteit hun Buitensociëteit op Slavante per se wilden behouden, wist hij er een slaatje uit te slaan. Hij vroeg het voor die tijd astronomische bedrag van 12.000 gulden. Met tegenzin ging de Groote Sociëteit uiteindelijk akkoord met de koopprijs. Op 12 mei 1843 passeerde de Maastrichtse notaris Haenen de akte waarbij Pieter Gillis Claessens de eigendom overdroeg. Ruim vier maanden later was hij dood.
Een laatste rustplaats in het klooster
Werd D’Artagnan daadwerkelijk begraven bij de Observanten? Het zou enigszins onlogisch zijn, en daardoor is het ook twijfelachtig. Voor vele anderen werd het klooster op de Sint Pietersberg wel een laatste rustplaats. Dit waren voornamelijk de welvarende inwoners van Sint Pieter. Je kreeg namelijk niet zomaar een plekje in de kerk. Een aardig bedrag moest daar voor betaald worden. Zo werd Aert Blanckers, oud-burgemeester van Sint Pieter, op 18 augustus 1722 in de kloosterkerk begragen. Hij was toen 83 jaar oud en weduwnaar van Cornelia Maes. Ook zijn zoon Engel Blanckers en diens echtgenote Maria Brouns kregen hun graf in de kloosterkerk van Slavante. Zij werden op respectievelijk 14 november 1734 en 10 november 1748 begraven.
Ook de schout van Neercanne werd begraven in de kloosterkerk van Slavante. Walraeff Renette was zijn naam. Hij was de schoonzoon van Gertrudis Blanckers, zus van de hiervoor genoemde Aert Blanckers. Walraeff werd op 8 september 1730 begraven.

Twee Minderbroeders
Wie ook een laatste rustplaats kreeg in de kloosterkerk van Slavante was Elisabeth Meulenaers, echtgenote van Hendrick Willems. Op 7 januari 1750 werd zij begraven. Een zus van Elisabeth was Maria Elisabeth Meulenaers, die gehuwd was met Reinier Hamelers. Maria Elisabeth had maar liefst vier kinderen die in een klooster eindigden. Twee van haar zonen, Reinerus en Antonius Hamelers, waren Minderbroeders in het klooster van Slavante. Twee dochters, Agnes en Anna Catharina Hamelers, werden ondergebracht in het klooster van de Annunciaten in Wyck. Een zoon van Maria Elisabeth Meulenaers, Hendrick Hamelers, werd op 1 maart 1770 begraven in de kloosterkerk van Slavante. Zijn echtgenote Maria Servaes kreeg op 21 januari 1790 ook daar haar laatste rustplaats.
Niet alleen in de kloosterkerk werden overledenen begraven. Het klooster Slavante beschikte ook over een kerkhof. Laurens Loop werd op 23 juli 1753 op dat kerkhof begraven. Laurens was nog één van de eigenaren geweest van de bekende herberg de Roode Haan aan de voet van de Sint Pietersberg.

Waar is iedereen gebleven?
Toen de kloosterkerk werd afgebroken, en ook het kerkhof werd geruimd, moeten skeletten tevoorschijn zijn gekomen. Waar die naartoe zijn gebracht, heb ik niet kunnen ontdekken. Als er toen al een grafsteen of grafkruis van D’Artagnan aanwezig was geweest, zou dat toch opgevallen moeten zijn? Heeft niemand daar een beschrijving van opgemaakt? Kreeg D’Artagnan wellicht een anoniem graf? Ligt hij nog ergens onder de grond op de Sint Pietersberg? Zullen we het ooit te weten komen? Moet het niet gewoon één van de historische mysteries blijven? Veel vragen blijven onbeantwoord.
Ik wens alle lezers van De Nieuwe Ster alvast fijne feestdagen.
Stefan Vrancken