Inhoudsopgave
Het bestrijden van hittestress heeft nu ook topprioriteit gekregen in de bouwplannen van de gemeente. Limmel aan de Maas moet de koelste wijk van Maastricht worden. De gevoelstemperatuur na bebouwing mag maximaal 35˚C worden.
Dat staat in het ambitiedocument dat de gemeente heeft vrijgegeven in een aanbesteding in de vorm van nu nog een marktconsultatie. Partijen in de markt worden gevraagd mee te denken hoe klimaat-maatregelen, biodiversiteit en communitybuilding het beste vorm gegeven kunnen worden in het nu nog lege terrein van voorheen de Trega en Zinkwit. Het ambitiedocument van atelier GroenBlauw staat al boordevol inspiratie.
Groene gevels
Uit het stuk. "ln de zon zitten is lekker maar met de steeds vaker optredende hitteperioden is schaduw net zo belangrijk om op zomerse dagen prettig buiten te kunnen zijn. Bomen en schaduwdoeken kunnen voor de nodige schaduw zorgen. Er zijn koele, schaduwrijke, openbaar toegankelijke en minimaal 200m² grote verblijfsplekken met zitmogelijkheden op maximaal 300 m loopafstand van iedere woning en van elkaar. Mensen die minder ver kunnen lopen kunnen zo essentiële voorzieningen bereiken. De gevoelstemperatuur moet daar onder de 35°C blijven. 40% van alle verticale en horizontale oppervlakken zijn warmtewerend; dat kan door groene gevels, zonnepanelen of door lichtgekleurd materiaal toe te passen."
"De koeling van gebouwen leidt niet tot opwarming van het buitengebied door het afvoeren van warmte. Dat kan bijvoorbeeld door het voorkomen van opwarming van gebouwen door het toepassen van luifels en overstekken, buitenzonwering, het vergroenen van gevels en het gebruik van aardwarmte in combinatie met een warmtepomp die in de zomer ook kan koelen."
"De wijk biedt voldoende schaduw: Tenminste 40% schaduw op verblijfsplekken en langzaamverkeersroutes (wandelen en fietsen) Minimaal 30% schaduw in de openbare ruimte op buurt- en wijkniveau."
Communitybuilding
In Limmel aan de Maas moet het ook vanzelfsprekend worden dat mensen elkaar leren kennen en elkaar ontmoeten, dat ze zich gezamenlijk verantwoordelijk voelen voor elkaar en voor de buitenruimte: communitybuilding.
"Mensen moeten elkaar kennen. Groepen van 25 tot 40 woningen werken vaak goed. Des te groter de groep, des te lastiger directe betrokkenheid te realiseren. Betrek de bewoners bij de inrichting van het gemeenschappelijke gebied en bij de keuzes voor gebruik om succesvol zelfbeheer kansrijk te maken."





