Inhoudsopgave
De Partij voor de Dieren (PvdD) eist van het college van B&W in Maastricht snelle actie voor de bescherming van de leefbaarheid. De PvdD wil helderheid over een actieplan, zowel voor de korte als lange termijn, waarin maatregelen zijn opgenomen om mens, dier en natuur systematisch te beschermen tegen de schadelijke effecten van gif.
De partij pleit voor bufferzones, zo mogelijk een verbod op risicovolle middelen, en een actieve stimulering van biologische landbouw. Hierbij wil de partij participatie van directe omwonenden en lokale organisaties bij toekomstige besluitvorming
De Partij voor de Dieren wijst erop dat het recente arrest van het gerechtshof in Den Bosch bevestigt dat het landelijke toelatingsbeleid voor bestrijdingsmiddelen grote tekortkomingen kent en dat gemeenten juist wél mogelijkheden hebben om het gebruik van gif in gevoelige gebieden aan banden te leggen.
Waar blijft de actie?
Hoewel de gemeenteraad in oktober 2024 unaniem een motie aannam voor een ontmoedigingsbeleid en meer overleg met burgers, boeren en instanties, signaleert de Partij voor de Dieren dat het college achterblijft met de uitvoering. De nieuwe ontwerp-omgevingsvisie bevat volgens de partij geen concrete maatregelen die de toxiciteit rondom waterwingebieden, woonwijken en scholen effectief moeten beperken.
Afwachtende houding
Gemeenten als Hilvarenbeek kiezen inmiddels voor radicalere stappen. In die gemeente ligt een voorstel om alle chemische gewasbeschermingsmiddelen te verbieden en bufferzones van 250 meter rond natuurgebieden en 50 meter rond nieuwbouw in te stellen. Maastricht blijft echter vasthouden aan een afwachtende houding, waarbij beleidsregels uit Den Haag en Brussel als argument worden gebruikt om zelf geen aanvullende maatregelen te nemen.
Onkruidbeheer
Het thema gifgebruik valt niet los te zien van actuele discussies over onkruidbeheer in de stad. De gemeente Maastricht gebruikt sinds enige tijd geen chemische middelen meer voor onkruidbestrijding in openbaar groen, maar experimenteert met alternatieven zoals branden, elektrisch borstelen en het toepassen van heet water. Onder andere D66 stelde hierover kritische vragen aan het stadsbestuur, vooral over de milieueffecten van de inzet van heet water en de gevolgen van verschillende methoden voor de gemeentelijke klimaatdoelstellingen. Ook het beleid rond de hoogte van onkruid op straat zorgt voor commotie. Het stadsbestuur moest recent uitleggen waarom in het centrum een strengere norm geldt dan in de buitenwijken. Prioriteiten in onderhoud en budgetverdeling spelen een grotere rol dan het expliciet waarborgen van volksgezondheid of biodiversiteit.
Europese ambitie of gemeentelijke praktijk
De vraag rijst nu of het Maastrichtse beleid terecht is, dan wel niet in de geest is van de in oktober 2024 unaniem aangenomen motie. Maastricht profileert zich in haar coalitieakkoord als 'de meest Europese gemeente van Nederland', maar de Partij voor de Dieren stelt dat het college die belofte niet waarmaakt zolang Europese regelgeving rond gifgebruik en volksgezondheid niet actief wordt vertaald in lokaal beleid. Het lokaal bestuur wordt volgens de partij niet ontslagen van haar verantwoordelijkheden wanneer de landelijke overheid tekortschiet. Volgens de PvdD mag het gemeentebestuur juist nu laten zien dat volksgezondheid en ecologische landbouw daadwerkelijk vóór gaan op kortetermijnbelangen van de agrarische sector.

