Inhoudsopgave
VRIJTHOF 21
Fotograaf Loek Tangel richtte in juni 1970 de lens van zijn fotocamera op het prachtige pand aan het Vrijthof 21. In het recentere verleden waren hier onder meer Fortis Bank en het Belgisch consulaat gevestigd. Anno 2025 vinden we op dit adres Nova Living Real Estate. Op 11 november 1940 maakte de krant Limburger Koerierbekend dat de Kamer van Koophandel had besloten tot aankoop van nieuwe huisvesting, namelijk ‘het oud-huis van dr. Nijst aan het Vrijthof, no. 21’.

Het feit dat in 1940 nog steeds werd verwezen naar ‘het oud-huis van dr. Nijst’ is bijzonder te noemen. Jean Nijst was namelijk reeds op 18 mei 1919 overleden op tweeënvijftigjarige leeftijd. Jean kwam uit een medische familie. Zijn vader Jules Nijst was ook arts geweest, eveneens op het adres Vrijthof 21. Ook de vader en grootvader van zijn moeder Marie Germain waren arts in Maastricht geweest, evenals André Germain, een oom van zijn moeder. Jean Nijst werd niet geboren in het huis aan het Vrijthof. Zijn geboortehuis ligt op het adres Bredestraat 39. In 1871 verhuisde het artsengezin Nijst-Germain naar het adres Vrijthof 21.
Op 9 april 1885 speelde zich een drama af in de buurt van Vrijthof 21. Advocaat Eugène van Oppen en zijn dochter Marie werden die dag door een cliënt van Eugène vermoord in het woonhuis van de familie Van Oppen aan het Sint Servaasklooster 33, waar heden ten dage het Toon Hermans Huis Maastricht is te vinden. Het oudste kind in het gezin, de eenentwintigjarige advocaat Eugène van Oppen junior, wist die dag zwaargewond te ontsnappen en vluchtte naar Vrijthof 21 omdat hij wist dat daar dokter Jules Nijst woonde, de vader van Jean Nijst. Jules Nijst nam de verpleging van Eugène junior op zich, maar vijf dagen later bezweek de jonge advocaat alsnog aan zijn verwondingen. Jean Nijst, de in 1919 overleden arts, trouwde in 1893 met Antoinette van Oppen, dochter van de vermoorde advocaat Eugène van Oppen senior. Zij was een oudere zus van Leopold van Oppen, burgemeester van Maastricht in de periode 1910-1937.
Bron informatie: www.delpher.nl / Bevolkingsregister Maastricht, berustende bij het Historisch Centrum Limburg (HCL)
AUGUSTIJNENKERK
In mei 1893 werd deze foto gemaakt. De fotograaf staat bij het Kanaal Luik-Maastricht en kijkt naar de overkant, waar de imposante zeventiende-eeuwse Augustijnenkerk staat. Dit kerkgebouw is zo goed als het enige dat nog resteert van het voormalige Augustijnenklooster. Op 4 november 1794 moest Maastricht zich overgeven aan de troepen van het revolutionaire Frankrijk. Zoals dat met alle kloosters in de stad gebeurde, werd ook het Augustijnenklooster opgeheven door de Fransen, waarna de kloosterlijke eigendommen werden onteigend.

De wijding van de kloosterkerk vond plaats in 1661. Vijfentwintig jaar later, op 7 september 1686, zat de in Sint Gerlach woonachtige Aert Wijers aan tafel bij de Maastrichtse notaris Jacobus Christophorus à Cruce. Franciscus, de achttienjarige zoon van Aert en zijn echtgenote Gerlaca Norbertina van Caldenborgh, zou zijn intrede gaan doen in het Augustijnenklooster. Ook pater Petrus de Lonchin, de kloosteroverste, alsmede diverse andere afgevaardigden van het klooster, zaten bij notaris À Cruce aan tafel. Tussen vader Aert Wijers en het klooster moesten namelijk financiële afspraken gemaakt worden. Twee jaar lang moest Aert de onderhoudskosten van zijn zoon betalen. Ook kwamen de kosten van het onderwijs van Franciscus voor rekening van Aert. Aert moest zijn zoon ook kleding en andere benodigdheden meegeven, waaronder een wit en zwart habijt, onderkleding, hemden, neusdoeken, slaapmutsen, een matras en slaaplakens. Franciscus zou in 1717 komen te overlijden in Italië. Wat hij daar deed is niet bekend. Een volle neef van Franciscus was overigens Gerardus Haeghemans (1667-1731), de pastoor van de Sint Nicolaaskerk in Maastricht. Jacob Wijers, een oudoom van Franciscus, was pastoor van Margraten geweest. Roomser kan het bijna niet.
In 1918 werd in Maastricht een nieuwe parochie opgericht, de parochie van Sint Jozef. Deze parochie was een afsplitsing van de parochie van Sint Matthias. In 1920 werd de Augustijnenkerk gerestaureerd om dienst te doen als kerk voor deze nieuwe parochie. Omdat de Maastrichtse binnenstad in de jaren vijftig en zestig ontvolkte, nam het aantal parochianen sterk af. In 1964 sloot de kerk haar deuren.
Bron informatie: Archief Maastrichtse notarissen, berustende bij het Historisch Centrum Limburg (HCL)