Inhoudsopgave
Een plaquette die dinsdag is onthuld bij het pand aan de Wilhelminasingel 71, herinnert aan de gruwelijke martelpraktijken die er plaats hebben gevonden door de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog.
Het huis was een tijdlang het hoofdkwartier van de Sicherheitspolizei ((SiPo) van de Duitse bezetter in Maastricht. Tot september 1940 maakte Maastricht deel uit van het Einsatzkommando IV van de SiPo. Onder Einsatzkommando IV viel toen niet alleen Maastricht, maar ook Den Bosch. In september 1940 vond er een reorganisatie plaats van de in Nederland gestationeerde Duitse politie en kreeg Maastricht een afzonderlijke Aussendienststelle.

In 1942 vonden er in de Aussendienststelle Maastricht enkele personele mutaties plaats. H. Conrad, die eerder werkzaam was in Leeuwarden, werd in Maastricht belast met de opsporing van Joden. W.K.F.W. Michels werd belast met de kerkelijke aangelegenheden. De meesten, onder wie R.H.G. Nitsch en W. Schneider, hielden zich bezig met het opsporen van politieke tegenstanders, (contra)spionage, verzet en hulp aan de vijand. Uiteindelijk waren in de Aussendienststelle Maastricht 32 mensen werkzaam, waarvan twintig Duitsers.
Het bewuste pand, Wilhelminasingel 71, was van een Joodse familie die was gedeporteerd. In de kelders van het pand hebben zich gruwelijke taferelen afgespeeld. Verzetsstrijders, Joden en 'tegenstanders' van de nazi's werden er gevangengehouden en gemarteld. Die martelingen speelden zich hoofdzakelijk af in de folterkamers 7 en 11.
De gedenksteen is er gekomen op initiatief van Noël Claessens die gefascineerd raakte door wat er zich in het pand tijdens de oorlog afspeelde.
