Doorgaan naar artikel

Van glimlach tot traan: Toon Hermans Huis Maastricht bestaat 25 jaar

Foto: Jean-Pierre Geusens

Inhoudsopgave

Dit jaar viert het Toon Hermans Huis Maastricht zijn zilveren jubileum. Vijfentwintig jaar lang is het prachtige pand aan het Sint Servaasklooster een inloophuis met persoonlijke aandacht voor (ex)kankerpatiënten, naasten en nabestaanden. “De mens staat centraal bij ons en niet de ziekte”, zegt Sita Tadema, sinds twee jaar coördinator van het Toon Hermans Huis. “We willen een ontmoetingsplek zijn voor lotgenoten, een luisterend oor en ondersteuning bieden aan onze gasten. Het gaat hier zeker niet alleen over de ziekte kanker.” Ze wijst op het speldje van het Toon Hermans Huis Maastricht dat ze draagt. Het toont een gezicht in de vorm van een gele ballon, met zowel een traan als een glimlach."

Het jubileum is reden voor een feest, maar ook aanleiding om naar de toekomst te kijken. “Na corona hebben we echt moeten opkrabbelen”, vertelt de van oorsprong Friezin. “Is het huis nog levensvatbaar? Alles wat we doen, wordt namelijk bekostigd door subsidies en donaties. Maar vooral ook dankzij al het fantastische werk van de bijna vijftig vrijwilligers en ons bestuur. Het is ieder jaar weer een hele uitdaging om de middelen bij elkaar te krijgen en dat geeft niet echt rust of de mogelijkheid om ver vooruit te kijken. Daarnaast wordt dit jaar ook het laatste jaar dat we in dit pand aan het Sint Servaasklooster zitten. De verhuurder heeft andere plannen met het gebouw. Dat is natuurlijk erg jammer, maar het biedt ook kansen om elders een nieuwe start te maken waarbij de nadruk op de toekomst van het huis komt te liggen.” Waar het huis naar toe gaat, wil Sita nog niet vertellen. “Pas als alles definitief rond is, willen we het wereldkundig maken.” 

Foto: Jean-Pierre Geusens

Feestjaar
Op de vraag wanneer de exacte feestdag dit jaar is, moet Sita het antwoord schuldig blijven. “We weten uiteraard dat het in 2000 was, maar op vrijwilligster Annie de Koninck na, werkt hier niemand meer van die tijd. Ook Annie weet na een kwart eeuw niet meer de exacte dag dat hier de deuren voor het eerst opengingen. Daarom maken we er een feestjaar van”, zegt de coördinator lachend.

Het jubileum dat onder de naam Toon betrokkenheid gevierd wordt, staat in het teken van het breed kenbaar maken van het Toon Hermans Huis onder de inwoners van Maastricht. “Als het om kanker gaat, maken niet-wetende mensen vaak letterlijk een bochtje om ons pand heen. Dus we moeten veel meer vertellen wat het Toon Hermans Huis is. Iedereen is bij ons welkom en je kunt hier zonder afspraak naar binnen lopen.” Dat de deur altijd open staat, blijkt wel op het tekstplaatje naast de voordeur: ‘Deur is open’. Niet aanbellen dus, gewoon naar binnen lopen.

Foto: Jean-Pierre Geusens

 Activiteiten buitenshuis
Binnen het jubileumprogramma worden daarom ook activiteiten in de wijken van Maastricht georganiseerd. Zo werd er onlangs in buurtcentrum ’t Atrium in Daalhof een kienavond georganiseerd. “Dat zijn mooie gelegenheden om ons gezicht te laten zien en te vertellen waar het Toon Hermans Huis voor staat. In het najaar zullen we zo’n kienavond ook nog in een andere wijk van Maastricht organiseren. Ook in het najaar zal er een route d’amuse in de stad worden georganiseerd en een Italiaanse middag onder de naam ‘Proost op Toon’.”
De aftrap van het jubileumjaar vond op 17 mei plaats met een tentoonstelling van niet eerder gepubliceerde foto’s van Toon Hermans. De foto’s zijn gemaakt door zijn zoon Gaby. De tentoonstelling is nog tot en met 21 juni gratis te bezoeken. Op de website van het Toon Hermans Huis staan de exacte openingstijden.        

“Verder hopen we dat we ook nog op een ‘organische’ manier een eindmanifestatie kunnen laten ontstaan. We moeten dit evenement organiseren met de mensen en de middelen die we hebben. Daarbij is het belangrijk dat we aandacht voor onze prioriteit bewaren en dat zijn de gasten in ons huis. Dus we hopen stiekem dat we hier en daar wat hulp krijgen voor zo’n slotmanifestatie.”

Sita Tadema. Foto: Jean-Pierre Geusens

Samenwerking
Het naar buiten treden en de samenwerking met andere partijen in de zorgketen, zijn voor Sita prioriteiten. “Zo zijn we al twee dagdelen per week met vrijwilligers aanwezig op de oncologieafdeling van het MUMC+. Daar voeren we – als de patiënt of zijn naaste daar behoefte aan heeft - letterlijk gesprekken aan het bed. We ondersteunen met een luisterend oor en informele zorg. Dat is zeer waardevol. Bestuursvoorzitter van het ziekenhuis, Helen Mertens, noemt ons niet voor niets complementaire zorg. Artsen zijn bezig met de zorg op lichamelijk vlak, maar niet op het geestelijke deel. Daar is ook simpelweg de tijd niet voor. Wij kunnen daar een prima rol inspelen. Landelijk onderzoek heeft zelfs uitgewezen dat deze informele zorg ervoor zorgt dat er 180.000 herhaalconsulten minder zijn bij de artsen.”

Informele zorg
IPSO, Vestalia en Kasperkovitz Beleidsonderzoek en advies hebben onlangs het rapport ‘Behoeften en steun bij het omgaan met kanker’ gepresenteerd. De focus in de kankerzorg ligt op dit moment vooral op het behandelen van kanker, terwijl dit rapport laat zien dat patiënten naast de behandeling behoefte hebben aan het leren omgaan met kanker en de gevolgen hiervan. Zij hebben niet alleen meer behoefte aan informatie, maar ook aan verbinding en eigen regie. Uit het rapport blijkt ook dat mensen met en na kanker de meeste steun bij familie en partners, maar ook bij lotgenoten vinden. Deze informele zorg is op dit moment nog geen structureel onderdeel van het zorgpad. “Dit geeft precies aan wat de waarde is van ons huis”, benadrukt Sita. “Ik hoop dat deze informele zorg ook erkend gaat worden. Dat betekent namelijk ook dat er middelen vrijkomen. Dat geeft financiële rust en de mogelijkheid om beleid op langere termijn te kunnen maken. Nu moet je sappelen voor iedere euro en weet je eigenlijk nooit wat het volgend jaar gaat brengen.

Brancheorganisatie
Het Toon Hermans Huis Maastricht wil ook meer gaan samenwerken met partijen die al actief zijn in de wijken. Sita: “Heel veel dingen die we hier in ons huis aanbieden, kunnen we ook aanbieden in de wijk. Ook hebben we onze contacten met palliatieve diensten van verschillende zorgorganisaties. Zij komen bij de mensen achter de voordeur en kunnen tekst en uitleg geven over onze toegevoegde waarde. Verder was het een goede zet om ons aan te sluiten bij brancheorganisatie IPSO. Je kunt dan een veel krachtiger geluid laten horen en gebruik maken van de kennis en expertise die al aanwezig is binnen de informele zorg. Zo hoeft niet iedereen het wiel uit te vinden en kun je gezamenlijk optrekken in bepaalde activiteiten.”

Dankbaar
Na 35 jaar in het topsegment van de hotellerie te hebben gewerkt, maakte Sita de overstap naar de zorgbranche. Dat lijkt op het eerste gezicht een opmerkelijke stap. “Dat wordt mij wel vaker gevraagd. In 2010 heb ik Welloord in Bocholtz geleid. Dat was een hotel dat naast gewone gasten ook zorg bood aan mensen die tijdelijk extra ondersteuning nodig hadden, zoals tijdens een revalidatieperiode of om mantelzorgers te ontlasten. Daar is bij mij het zaadje geplant dat gastvrijheid en maatwerk toepassen op mensen die zorg nodig hebben, iets moois is. Welloord was destijds als concept te vroeg, maar zou het nu zeker wel redden. Na eerst een tijd als general hospitality manager bij The Masters te hebben gewerkt, hoefde ik niet lang na te denken toen ik de kans kreeg om voor het Toon Hermans Huis te gaan werken. Ook hier draait alles om de gast en gastvrijheid. Het lijkt misschien een heel andere wereld, maar dat is het niet. De waarde van het moment is voor onze gasten vaak veel groter dan bij gasten die verblijven in een luxe hotel. Werken bij het Toon Hermans Huis is intensief maar ook heel mooi. Ik ben dan ook dankbaar dat ik dit samen met alle vrijwilligers mag doen.”

Toon Hermans
Tot slot de vraag: heeft ze Toon Hermans ooit persoonlijk ontmoet? “Een paar keer zelfs. De eerste keer was ik 16 jaar. Ik had toen een vakantiebaantje bij Landgoed Lauswolt in Beesterzwaag. Ik vond het toen prachtig dat ik zo’n bekende Nederlander van dichtbij mocht ontmoeten. Later heb ik hem vaker ontmoet toen ik bij Château St. Gerlach werkte. Toon logeerde daar vaker om zijn boeken te schrijven. Dan nam ik hem wel eens onder de arm om een rondje door de tuin te wandelen en een praatje te maken. Het is heel bijzonder dat ik nu mag werken op een plek die naar hem is vernoemd.”

Opmerkingen

Laatste Nieuws

Ons nieuws is en blijft altijd gratis als je je inschrijft voor de gratis nieuwsbrief

Er is iets misgegaan. Probeer het later opnieuw

Bedankt voor uw aanmelding. Controleer uw e-mail om de inschrijving af te ronden