Inhoudsopgave
Afgelopen zomer won Luc Peters tijdens Le Salon des Beaux Arts in Parijs als eerste Nederlander, in de categorie sculpturen, la medaille de bronze. Op 24 mei opent hij in Artichoque Art Gallery zijn tentoonstelling Antieken uit het Heden.
De kunstenaar presenteert er een aantal van zijn werken op de grens tussen beelden uit de klassieke oudheid en Duchamps’ readymades. Zijn tentoonstelling zorgt bij de toeschouwer voor verstilling: even adempauze en een houvast in deze onzekere tijd. “Het maken van beelden betekent veel voor mij. Het is iets wat ik onder controle heb. Een bevestiging dat er ondanks alle onzekerheden in het leven één ding is wat ik altijd naar mijn hand kan zetten, waarmee ik perfect kan uitdrukken wat ik niet onder woorden kan brengen.”
Eclectische beelden als protest
De Belgische schrijver en criticus Denys- Louis Colaux (1959-2020) omschreef de beelden van Luc Peters als totems: ‘de pop-art vruchten van een oude Griekse kunstenaar.’ Coulaux noemde hem de uitvinder van antieken uit het heden. Peters laat de toeschouwer in verwondering: zijn dit ruïnes van klassieke beelden – aangetast door de tand des tijds – of nieuwe voorwerpen die door de kunstenaar nog moeten worden voltooid?
De kunstenaar gebruikt gevonden stenen, metaal, hout, beton, fossielen, spullen uit de zee en oude bouwmaterialen om zijn beelden een vorm te geven. De toeschouwer lijkt levende wezens en heiligen te herkennen en ervaart totale stilte. Maar de beelden hebben ook iets unheimisch. Ze lijken aangetast en in hun ogen staat niet zelden wanhoop te lezen; het is Peters’ protest tegen een wereld die steeds sneller lijkt te draaien.
Limburgse inspiratie
Hoewel Peters’ beelden buitenlands ogen en niet zouden misstaan in een antieke tempel, komt Peters’ inspiratie van dichter bij huis. Hij groeide op in Roermond, enkele tientallen meters van het voormalige atelier van de architect Pierre Cuypers, waarmee hij verwantschap voelt door zijn eclectische stijl. De beelden gemaakt uit beton met daarin verstopte fossielen en schelpen zijn weer een verwijzing naar de liefhebberij van Peters’ vader: amateur archeoloog en fossielenzoeker in het Limburgse kalksteenlandschap."Ik wil mensen ontroeren. Eigenlijk maak ik kunst om mezelf te ontroeren. In een onderzoek van het Rijksmuseum las ik ooit dat mensen maximaal zes seconden naar een kunstwerk kijken. Toen dacht ik: ik moet zorgen dat dit langer wordt. En als mensen écht naar mijn werk kijken, dan is dat vaak ook veel langer. Ze zoeken naar een fossiel of iets wat verstopt zit in het beeld. Dat geeft mij voldoening.”
De tentoonstelling is te bezoeken van 24 mei tot en met 6 juli, van do t/m zo 13-17u. De opening vindt plaats op 24 mei tussen 13.00 en 17.00 uur. Entree is gratis.