Inhoudsopgave
Onder Belgisch-Limburgse afgevaardigden en in het Nederlands parlement groeit de steun voor behoud van de oude spoorbrug over de Maas bij Maastricht. Voorlopig blijft het in het Maastrichtse stadhuis stil. Tot nu toe pleit alleen 50PLUS in Maastricht voor behoud én heractivering van de spoorlijn en de brug, gesteund door Nederlandse en Belgische reizigersorganisaties.
ANALYSE
Belgische Limburgse Kamerleden van verschillende partijen trokken in de Kamercommissie Mobiliteit aan de bel en vroegen de federaal mobiliteitsminister Jean‑Luc Crucke expliciet om de afbraak van de spoorbrug in Maastricht te voorkomen. Zij benadrukken dat Spoorlijn 20 (Hasselt-Maastricht) een volwaardig alternatief biedt voor de mislukte Spartacus‑sneltram en van belang is voor meerdere grensoverschrijdende verbindingen in de regio. Mobiliteitsminister Jean‑Luc Crucke heeft daarop aangekondigd begin 2026 naar Belgisch Limburg te komen om het dossier rond de sloop van de spoorbrug in Maastricht te bespreken.
Hoofdspoorweg
De Belgen komen nu in actie naar aanleiding van een Nederlandse procedure om de spoorlijn Maastricht–Lanaken te schrappen als hoofdspoorweg. De gedachte in Nederland lijkt te zijn dat door sporen te verwijderen de grond kan worden overgedragen aan de gemeente en de brug gesloopt kan worden. Dat zou gunstig zijn voor toekomstige woningbouw.
Inmiddels zijn er ook in Nederland nieuwe ontwikkelingen, waaronder de aangenomen motie Van Dijk/Dassen (Tweede Kamer, 22 september 2025). In het commissiedebat Spoor van december 2025 is besloten dat de sloop voorlopig wordt gepauzeerd. Dat gebeurde met het oog op actuele Euregionale belangen zoals Brightlands en universiteitsverbindingen. De 50PLUS-fractie Maastricht heeft het stadbestuur daarom op 22 december opnieuw schriftelijke vragen gesteld over de toekomst van de ijzeren spoorbrug over de Maas.
Met de recente ontwikkelingen in Brussel en Den Haag op de achtergrond worden de antwoorden van het college van B&W plotseling politiek interessanter. Het Maastrichts college zal kleur moeten bekennen. Kiest het stadsbestuur definitief voor een onomkeerbare sloop, of sluit Maastricht zich aan bij de nationale en Euregionale koers die inzet op behoud en heractivering van de spoorverbinding?
Het Maastrichtse college van B&W liet begin 2025 in antwoorden op de eerste vragen van 50PLUS weten de in onbruik geraakte spoorbrug juist te willen slopen en te willen vervangen door een fiets‑ en wandelbrug. Die beleidslijn sluit aan bij de wens van Rijkswaterstaat en wordt in Maastricht politiek vooral gedragen door de coalitiepartijen en GroenLinks, die de brug vooral als obstakel in de Maas zien.
Sloopvergunning
In de Omgevingsvisie Maastricht 2040 wordt de sloop van de spoorbrug zelfs expliciet als een kansrijke maatregel beschreven, onder meer in het kader van waterveiligheid en gebiedsontwikkeling. 50PLUS benadrukt dat besluiten over het opheffen van spoorlijnen en het slopen van spoorbruggen echter bij het Rijk liggen en niet bij de gemeente. Maastricht beslist alleen over het afgeven van een sloopvergunning.
Maar met de motie‑Van Dijk/Dassen vraagt de Tweede Kamer de regering juist om kansrijke grensoverschrijdende spoorverbindingen, waaronder Maastricht–Hasselt, in kaart te brengen en vervolgstappen voor heractivering uit te werken. Deze koers botst frontaal met de sloopvoorkeur die in de Maastrichtse Omgevingsvisie is vastgelegd.
Volgens 50PLUS is het onbegrijpelijk dat Maastricht in haar toekomstvisie zo nadrukkelijk stuurt op sloop, terwijl nationaal en Euregionaal juist wordt gekeken naar behoud en hergebruik van de brug. Los van het feit dat de brug in 2010 nog voor 33 miljoen euro is gerenoveerd en wordt gezien als onmisbare schakel voor een rechtstreekse trein Maastricht–Lanaken–Hasselt. Hiermee wordt een betere verbindingen met het Vlaamse achterland en de Brightlands‑campussen gecreëerd.
In de nieuwe vragen van 22 december 2025 vraagt 50PLUS het college om samen met het Rijk en Belgische partners te onderzoeken welke technische aanpassingen mogelijk zijn om water‑ en scheepvaartveiligheid te verbeteren.


