Inhoudsopgave
Toen cementproducent ENCI in de jaren ‘70 van de vorige eeuw begon met het afgraven van Slavante, ontstond bij sommige mensen de drang om alle waardevolle opschriften en tekeningen in het grootste en oudste gangenstelsel van de Sint Pietersberg vast te leggen. Maastrichtenaar en voormalige cafébaas van ‘t Örgelke aan de Tongersestraat, Jan Spee, was er een van. Hij maakte er zijn levenswerk van. Het verhaal gaat dat hij na het sluiten van zijn kroeg, midden in de nacht naar de berg trok om er alles vast te leggen. Dit resulteerde uiteindelijk in een collectie van bijna 8.500 foto’s. Maar ook plattegronden, boeken, verhalen, anekdotes en interviews met betrokkenen, verzamelde Spee.
Eind 2013 droeg Jan Spee zijn collectie over aan het archief van het Historisch Centrum Limburg (HCL) en vormt sindsdien een belangrijke databank voor andere onderzoekers. Begin 2024 overleed Jan Spee op 86-jarige leeftijd. Binnenkort verschijnt een deel van Spee’s levenswerk in boekvorm. Ontwerper Sven Gerhardt (39) uit Utrecht is de samensteller van het boek. De titel: ‘De Adem van de Berg’.

Studiegroep Onderaardse Kalksteengroeven
“De aanleiding voor dit boek is best wel bijzonder”, vertelt Sven. “In 2022 liep ik over de Sint Pietersberg en zag plotseling een gat in een helling. Ik ben er toen ingekropen en ontdekte er een bijzondere wereld. Een beetje naïef misschien, maar ik wist helemaal niet dat er iets onder de berg bestond.” Sven ging op onderzoek uit en kwam in contact met de Studiegroep Onderaardse Kalksteengroeven (SOK) die onderdeel is van het Natuurhistorisch Genootschap in Limburg. De SOK doet sinds 1977 onderzoek in de kalksteengroeven (mergelgrotten) van Nederland en België. Dit was de opvolger van de ‘Vereniging tot bevordering Wetenschappelijk Onderzoek St. Pietersberg’ die in 1969 werd opgericht. Via de SOK kwam Sven op het spoor van de collectie van Jan Spee.
“De muren bevatten een enorm archief aan informatie, notities, tekeningen en inscripties die teruggaan tot de late Middeleeuwen”, zegt Sven. “Achtergelaten door verschillende mensen, van blokbrekers tot toeristen, van soldaten tot onderzoekers en van priesters tot alledaagse voorbijgangers. Hier werd de beruchte Mosasaurus voor het eerst ontdekt. Deze plek is getuige geweest van oorlogen, belegeringen en bevrijdingen. Het is de thuisbasis van vele mythen en legenden en werd gebruikt als opslagplaats voor nationale schatten zoals Rembrandts Nachtwacht.”
Persoonlijk project
“Naast de verzameling, is vooral de eigen documentatie door Jan Spee zo indrukwekkend”, vertelt Sven. “Eén man die 8500 foto’s maakt, ze stuk voor stuk met de typmachine beschrijft, met de hand nummert en er een reliëfkaart van maakt waarop alles terug te vinden is. Ik heb Jan helaas nooit ontmoet. Hij zat toen al in een verzorgingstehuis. Wel heb ik natuurlijk allemaal verhalen over hem gehoord van mensen die hem goed hebben gekend. Daardoor heb ik me wel een beeld van hem kunnen vormen.” Bijna drie jaar heeft de ontwerper aan het boek gewerkt. “Ik was op zoek naar een persoonlijk project en met dit boek kwamen veel van mijn interesses samen: graffiti, (cultuur)geschiedenis, en boekontwerp en drukwerk. Tegenwoordig is alles zo vluchtig door de digitale wereld. Het is natuurlijk mooi dat de collectie van Jan gedigitaliseerd is, zodat deze voor iedereen toegankelijk is. Maar niet iedereen vindt de weg ernaartoe. Daarom is dit boek zo mooi: het maakt iets verlorens, tastbaar.”
Geen wetenschappelijk boek
Het hele archief doorlopen was een monsterklus. “Uit de ruim 8000 foto’s heb ik een selectie gemaakt van 500 exemplaren. Die beelden moeten als het ware een tocht door de gangenstelsels simuleren. Bij sommige foto’s had Jan iets bijgeschreven. Het was een weerspiegeling van wat hij zag en voelde, bijna als een dagboek. Het is dus niet direct een boek met een wetenschappelijke onderbouwing.”
Dat laatste bevestigt ook Hans Ogg uit Schimmert, die historisch onderzoek doet. Ogg is niet betrokken bij het boek, maar kende Jan Spee wel heel goed. Voor het HCL inventariseerde hij de collectie van Spee en had daar vier jaar voor nodig. “Zijn collectie is goud waard, maar het is ook de wereld onder de grond door de ogen van Jan. Zelfs in een gang waar niets te zien was, schreef Jan: ‘In deze gang is niets te zien, maar het is er wel romantisch’. Hij maakte er vervolgens een foto van. Soms zag ik ook wel eens een foto, waar het allerbelangrijkste op de muur slechts half zichtbaar was. Die kennis had Jan niet, hij legde vast wat hij interessant vond om te zien. Overigens zijn er nog wel grotere verzamelingen dan die van Jan. Het bijzondere van Jans werk is dat hij ook zaken fotografeerde die inmiddels verdwenen zijn.”

Tweetalig
Het boek ‘De Adem van de Berg’, dat eind mei zal verschijnen, heeft 416 pagina’s. De teksten zijn in zowel het Nederlands als in het Engels. “De uitgever verkoopt ook internationaal veel boeken”, legt Sven uit. “Hun boeken zijn daarom bijna altijd Engelstalig. Omdat dit boek over een Nederlands onderwerp gaat, is gekozen voor tweetalig. Dit verhaal is regionaal bekend, maar internationaal zeker niet. Daarom is het mooi dat dit boek tweetalig is en daardoor beschikbaar wordt voor een veel grotere groep geïnteresseerden. In mijn ogen is de wereld onder de Sint Pietersberg een wereldwonder. Zo’n 200 kilometer gangenstelsel is daar door de mens uitgegraven. Als toerist zou ik daar toch liever iets van willen weten dan van bijvoorbeeld Giethoorn of de Wallen in Amsterdam.”
Ode aan Jan
Tot slot wil Sven benadrukken dat hij niet de auteur, maar de samensteller van het boek is. “Het is maar een fractie van het levenswerk van Jan. Het is een ode aan hem, ik heb alleen maar een compilatie van zijn werk gemaakt.” En vanwaar de titel van het boek ‘De Adem van de Berg’? “Ik had een mooi gedicht op een van de foto’s gezien en vond het wel mooi om symbolisch weer levensadem in deze dode wereld te blazen.”
Het boek dat 45 euro kost, is vanaf 20 mei verkrijgbaar bij Boekhandel Dominicanen, De Tribune en Limestone Books. Verder ook via de uitgever The Eriskay Connection.

