Doorgaan naar artikel

De notaris als buurman van het ‘martelhuis’

De Wilhelminasingel, gefotografeerd in 1979. Nummer 71, het 'martelhuis', is het huis met de witte boog boven het balkon. Twee huizen naar links, op nummer 67, zien we nog net een deel liggen van het kantoor van notaris Louis van Konijnenburg, en later van zijn opvolger Frederic Hoefer. Dit pand bestaat tegenwoordig niet meer. Sinds 2002 staat daar het pand van Woonvorm Wilhelminasingel van Radar, ook bekend als Ut Glaashoes. Beeld: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Inhoudsopgave

Op dinsdag 6 mei werd een plaquette aan het pand Wilhelminasingel 71 onthuld. Deze plaquette herinnert aan de gruwelijke markelpraktijken die tijdens de Duitse bezetting plaatsvonden in dit pand. Ook De Nieuwe Ster besteedde aandacht aan dit prachtige initiatief van Noël Claessens. Twee deuren naar links, op nummer 67, ontving notaris Louis van Konijnenburg gedurende de Duitse bezetting zijn cliënten. In de periode 1942-1944 droeg de Wilhelminasingel overigens de naam Wijkersingel. Daarover zal meer te lezen zijn in mijn wekelijkse historische verhaal in de nieuwsbrief van De Nieuwe Ster van komende zaterdag.

In 2016 verscheen van de hand van de rechtshistoricus Raymund Schütz een boek met als titel Kille mist. Het Nederlandse notariaat en de erfenis van de oorlog. In dit onthullende boek beschrijft de auteur hoe tijdens de Duitse bezetting Nederlandse notarissen te maken kregen met verordeningen van de Duitsers. Deze verordeningen zouden het Nederlandse rechtssysteem ingrijpend veranderden. Als gevolg hiervan raakten notarissen zeer nauw betrokken bij de uitvoering van de ontrechtende maatregelen tegen de Joden. Zo speelden notarissen bijvoorbeeld een belangrijke rol bij de (door)verkoop van Joodse huizen. Zonder een notariële akte kon geen rechtsgeldige eigendomsoverdracht plaatsvinden. De bezetter had het Nederlandse notariaat dus heel hard nodig.

Opvallend veel van die akten werden gepasseerd door de hiervoor genoemde notaris Louis van Konijnenburg. Zo werden onder meer Joodse huizen in de Koning Clovisstraat, de Sint Lambertuslaan, de Louis Loyensstraat, de Pater Lemmensstraat, de Sint Jacobstraat, de Wycker Smedenstraat en op het Oranjeplein via notaris Van Konijnenburg overgedragen.

Van Konijnenburg neemt ontslag
In de Nederlandsche Staatscourant van 22 oktober 1942 is te lezen dat op zijn eigen verzoek aan notaris Van Konijnenburg op 20 oktober eervol ontslag was verleend. Hij was sinds 1909 notaris in Maastricht geweest. Kreeg hij wroeging en diende hij daarom ontslag in? Of was het enkel zijn ouderdom of gezondheid? Kandidaat-notaris Frederic Gustav Hoefer werd belast met de tijdelijke waarneming van het kantoor. Op 7 november 1942 werd een advertentie in de Limburger Koerier geplaatst waarin melding werd gemaakt van het feit dat Hoefer het kantoor zou blijven voortzetten op hetzelfde adres als Van Konijnenburg. Waarnemer Hoefer bleef akten passeren waarbij Joodse huizen betrokken waren, onder meer in de Maastrichter Brugstraat en op de Hoge Kanaaldijk. Op 1 januari 1943 werd Hoefer benoemd tot notaris te Maastricht, als opvolger van Van Konijnenburg. Hij zou notaris blijven tot 1 januari 1966.

In het Limburgsch Dagblad van 23 oktober 1942 werd het ontslag van notaris Van Konijnenburg bekend gemaakt. Beeld: delpher.nl

Opmerkingen

Laatste Nieuws

Ons nieuws is en blijft altijd gratis als je je inschrijft voor de gratis nieuwsbrief

Er is iets misgegaan. Probeer het later opnieuw

Bedankt voor uw aanmelding. Controleer uw e-mail om de inschrijving af te ronden