Inhoudsopgave
Donderdagavond vond in het Pesthuys Podium (gelegen tegenover de Helpoort) alweer de veertiende editie plaats van het niet meer weg te denken Historisch Café Maastricht. Stadsgids Gilbert Peters was aanwezig om een zeer boeiend verhaal te vertellen over de geschiedenis van de tweeherigheid van de stad Maastricht. Na de pauze presenteerde ik zelf ook een verhaal. De titel van mijn verhaal luidde: Verrassend Maastricht. Waarom zou Maastricht verrassend zijn?
Inmiddels is vrij algemeen bekend dat ik bijzonder graag spit in de archieven van de Maastrichtse notarissen in de zeventiende en achttiende eeuw. Maar ook duik ik regelmatig in de archieven van bijvoorbeeld het Luiks en Brabants Hooggerecht in Maastricht. Eén voor één sla ik al die pagina’s om. Het is een monnikenwerk. Maar al die uren grasduinen leveren prachtige verhalen op. Verhalen over bijzondere episodes in de levens van die vele Maastrichtenaren die vóór ons deze stad bevolkten. Het zijn vaak verdrietige verhalen die je niet zult lezen in de reguliere geschiedenisboeken over Maastricht. Die verhalen werpen een totaal andere, verrassende, blik op de historie van onze stad.

Mechteld Caff wordt verleid door Isaac Bordeij
Uit al die archiefstukken die ik tot nu toe bestudeerd heb, blijkt onder meer hoe zwak en onzeker de positie van vrouwen in die tijd vaak was. Als je als ongetrouwde vrouw bijvoorbeeld zwanger raakte, en je geen sociaal vangnet had, dan had je een zeer groot probleem. In veel gevallen was het zo dat een vrouw het slachtoffer was geworden van een man die trouwbeloften had gedaan, maar die beloften uiteindelijk niet nakwam. In die periode was een trouwbelofte (in feite een verloving) iets heel serieus, en een dergelijke belofte kon je niet zomaar verbreken.
Nadat trouwbeloften waren gedaan, was het ook min of meer toegestaan om intiem met elkaar te worden, ook al was het huwelijk nog niet officieel gesloten. Een ‘Mestreechs meidske’ dat iets dergelijks overkwam, was de katholieke brouwersdochter Mechteld Caff. Onder meer het verhaal van Mechteld presenteerde ik donderdag aan de bezoekers van het Historisch Café Maastricht. Mechteld werd verliefd op de calvinist Isaac Bordeij. Blijkbaar was die verliefdheid wederzijds, want er zouden trouwbeloften worden uitgewisseld. En daarna zouden Isaac en Mechteld ook intiem met elkaar worden.
Dit alles zal zich waarschijnlijk in februari 1733 hebben afgespeeld, want op of vlak voor 20 november 1733 beviel Mechteld van een dochtertje. Dit dochtertje werd op 20 november 1733 gedoopt in de Sint Nicolaaskerk. Destijds werden kinderen op de dag van hun geboorte, of uiterlijk een dag later, gedoopt. De pastoor noteerde in het doopregister dat het meisje de namen Anna Gertrudis had gekregen, maar ook dat het een ‘filia illegitima’ (onwettige dochter) was van Isaac Bordeij en Mechteld Caff. Ruim een jaar later maakte de pastoor een aanvullende aantekening bij de doopinschrijving, namelijk dat de ouders op 29 november 1734 met elkaar waren getrouwd. Waarom had het meer dan een jaar geduurd voordat Isaac en Mechteld met elkaar trouwden?

Isaac Bordeij krijgt een nieuw liefje
Blijkbaar bekoelde vanuit Isaac de liefde op den duur weer, want reeds op 31 juli 1733 (Mechteld was dus al zwanger) ging hij in de Sint Janskerk in ondertrouw met zijn nieuwe liefje, Elisabeth Haere. Mechteld kwam dit ter ore. Ze moet furieus zijn geweest. Reeds een dag later, op 1 augustus, zat zij met haar vader, de brouwer Magiel Caff, aan tafel bij notaris Alexander Welters. Vader en dochter protesteerden tegen het voorgenomen huwelijk. Isaac was immers schriftelijk verloofd met Mechteld, en bovendien was zij zwanger van zijn kind. Mechteld en haar vader verzochten de notaris om de heer Barbin te bezoeken. Hij was de voorzitter van de Waalse Kerk. Isaac viel door zijn calvinistische geloof onder de Waalse Kerk, maar was met toestemming van de Waalse Kerk in ondertrouw gegaan in een andere kerk, de eerder genoemde Sint Janskerk. Notaris Welters bracht de boodschap over op de voorzitter van de Waalse Kerk, waarna de Waalse Kerk met de Sint Janskerk communiceerde dat het voorgenomen huwelijk van Isaac Bordeij met Elisabeth Haere niet mocht plaatsvinden.

Een afgedwongen huwelijk
Enkele dagen later bezocht vader Magiel Caff wederom notaris Welters. Deze keer wilde Magiel dat de notaris een bezoek bracht aan Isaac Bordeij. De notaris moest Isaac de boodschap overbrengen dat het toch echt noodzakelijk was dat hij met Mechteld zou trouwen. Maar het hielp allemaal niet. Het gevolg was dat Magiel en zijn dochter een proces aanspanden bij het Brabants Hooggerecht in Maastricht. Het procesdossier is bewaard gebleven, en inmiddels ook gedigitaliseerd door het Historisch Centrum Limburg (HCL). Uit maar liefst 379 scans bestaat het dossier. Tijdens het proces werd alles uit de kast gehaald, en de feiten waren zeer gecompliceerd, maar uiteindelijk werd Isaac door het Brabants Hooggerecht veroordeeld om een huwelijk aan te gaan met Mechteld. Op 23 oktober 1734 gingen zij op bevel van het Brabants Hooggerecht in de Sint Janskerk in ondertrouw, waarna het huwelijk op 29 november 1734 werd voltrokken. Veroordeeld worden tot een huwelijk… romantischer kan het bijna niet. Wellicht een nieuwe variant op het populaire televisieprogramma Married At First Sight?

‘Moedernaekt’
Voor Mechteld Caff liep het uiteindelijk allemaal ‘goed’ af. Zij wist de vader van haar kind aan zich te binden, ondanks dat dat pas zou gebeuren na ingrijpen door het Brabants Hooggerecht. Voor wie het een stuk minder goed eindigde, was de in de Batterijstraat woonachtige Maria Peijs. Ook over Maria vertelde ik donderdag tijdens het Historisch Café Maastricht. Net zoals Mechteld Caff, raakte Maria als ongetrouwde vrouw zwanger. De omstandigheden rondom haar zwangerschap zijn vooralsnog onbekend. Wat wel bekend is, is dat zij op 14 februari 1717, om half zes in de ochtend, vanuit de Batterijstraat in hoogzwangere toestand de Maasbrug overliep. Toen zij door de Ruiterstraat in Wyck liep, beviel zij van een dochtertje. Ongetwijfeld in paniek, wikkelde zij het meisje in haar voorschort en liep richting het Annunciatenklooster in de Wycker Grachtstraat. In de buurt van het klooster lag een boomgaard, en daar legde zij haar pasgeboren kind ‘moedernaekt’ neer en liep vervolgens weg.
De vondeling werd al snel ontdekt, en ook wist het Luiks Hooggerecht de moeder spoedig op te sporen. Op 4 maart 1717 werd Maria Peijs veroordeeld door het Luiks Hooggerecht. Zij werd schuldig bevonden aan het feit dat zij haar kind te vondeling had gelegd. Zij zou door de Maastrichtse stadsbeul publiekelijk op een schavot worden gegeseld met zes roeden, waarbij elke roede drie maal gebruikt zou worden. Zij zou dus maar liefst achttien keer geslagen worden. Maar dat was niet alles. Na haar geseling zou zij gebrandmerkt worden, waarna ze voor eeuwig uit de stad Maastricht en omgeving zou worden verbannen. Was Maria verleid door een man? Was ze wellicht verkracht? Was ze werkzaam als publieke vrouw? Ik weet het (nog) niet. Het liep in ieder geval niet goed met haar af. Wat met haar dochtertje is gebeurd, heb ik (nog) niet weten te achterhalen. Maria zou een monument moeten verdienen, als symbool voor al die Maastrichtse vrouwen die in de voorbije eeuwen een slachtoffer werden omdat ze als ongetrouwde vrouw zwanger raakten.
