Inhoudsopgave
ONZE LIEVE VROUWEPLEIN
Deze foto werd in februari 1979 gemaakt door de fotograaf L.M. Tangel. De fotograaf staat met zijn rug richting het pand waar anno 2025 Bar Oliva (vroeger ’t Kläöske geheten) te vinden is. De cameralens is gericht op het Onze Lieve Vrouweplein. Het plein is bijna niet te herkennen zonder de vele terrassen die er tegenwoordig te vinden zijn. Als je goed kijkt, dan zie je zelfs nog een telefooncel op het plein staan. Hoewel de temperatuur niet onder het vriespunt zal hebben gelegen, zijn de afgebeelde voorbijgangers wel gekleed op een koude februaridag.

Rechts op de foto, tussen twee bomen in, zien we het pand van Salon Craft liggen. Vader Nico Craft en zoon Eric Craft staan aan het roer van deze kapsalon. In De Nieuwe Limburger verscheen op woensdag 22 april 1964 een nieuwsbericht dat de toenmalige eigenaar, Mathieu Craft, twee dagen eerder een feest had gegeven om het vijfenzeventigjarig bestaan van de kapsalon te vieren. Mathieu, de vader van Nico en de opa van Eric, vierde toen tevens dat hij maar liefst vijftig jaar in het vak zat. “Het begon met een daverende receptie, waar collega-figaro’s, leveranciers en cliënten de jubilerende barbier en zijn familie kwamen gelukwensen”, zo lezen we in De Nieuwe Limburger.
Als we twee panden naar links kijken, dan is Chinees-Indisch restaurant Pom-Lai te zien. Bijna twee jaar voordat deze foto werd gemaakt, werd in dit pand een lijk gevonden. “Illegale Chinees lag dood op bed”, zo kopte het Limburgs Dagblad op donderdag 24 maart 1977. De ochtend daarvoor was op een bovenverdieping van het pand het stoffelijk overschot van een zeventwintigjarige Chinese man gevonden. Hij verbleef illegaal in Nederland, en leidde een zwervend bestaan in Europa. In tegenstelling tot Salon Craft kun je hier niet meer bij Pom-Lai naar binnen lopen. Tegenwoordig kun je er lunchen, borrelen of dineren bij Van Buuren.
Bron informatie: www.delpher.nl
BOSCHSTRAAT
Deze foto werd in 1926 gemaakt door de fotograaf C.J. Steenbergh. We werpen een blik in de Boschstraat. Op de voorgrond zien we het standbeeld van Jan Pieter Minckelers (1748-1824), dat zich op dat moment nog bevond in een prachtig perk. Achter het standbeeld prijkt de markante toren van de middeleeuwse Sint Matthiaskerk. Het lijkt een zonnige dag te zijn. We zien bedrijvigheid. En ook wordt er geflaneerd.

Jan Pieter Minckelers, die gezien wordt als de ontdekker van het lichtgas en de gasverlichting, werd geboren in het huis dat ‘den Wildeman’ heette. Het was gelegen Achter het Vleeshuis. Zijn vader, de apotheker Laurentius Michaël Minckelers, gehuwd met Anna Margaretha Denis, tekende in 1746 de huurovereenkomst voor dit huis. In april 1752 verhuisde het gezin Minckelers-Denis naar een ander huis in dezelfde straat. Dit huis droeg de naam ‘de Goudbloem’. Vijf maanden later zou de vader van Jan Pieter dit huis kopen van de verhuurder. De koopprijs bedroeg vierduizend gulden, geen gering bedrag in die tijd.
Op 10 juli 1904 werd het door beeldhouwer Bart van Hove (1850-1914) ontworpen standbeeld van Jan Pieter Minckelers onthuld. Deze onthulling vond plaats door gouverneur Gustave Ruijs de Beerenbrouck. Na een renovatie van de Markt en de Boschstraat werd het standbeeld in 2006 twintig meter naar het zuiden verplaatst.
Hoewel we de Sint Matthiaskerk kennen als een Rooms-katholieke parochiekerk, is de kerk niet altijd Rooms-katholiek geweest. Nadat stadhouder Frederik Hendrik (de ‘stedendwinger’) in opdracht van de Staten-Generaal de stad Maastricht in 1632 had veroverd, onderging de Sint Matthiaskerk hetzelfde lot als de Sint Janskerk en werd ‘ingepikt’ door de Staten-Generaal. Het kerkgebouw zou, met een korte onderbreking (1673-1678), tot de komst van de Fransen (1794) in handen blijven van de Nederduits Gereformeerde Kerk, en daarna worden teruggeven aan de Rooms-katholieken. De Sint Janskerk zou nooit meer in handen komen van de Rooms-katholieke Maastrichtenaren.
Bron informatie: notarieel archief van de stad Maastricht, berustende bij het Historisch Centrum Limburg (HCL)