Inhoudsopgave
De Maastrichtse woonwagenbewoners hebben er geen geloof in dat de komende tien jaar 347 nieuwe standplaatsen gerealiseerd gaan worden. Het liefst willen ze terug naar één groot woonwagenkamp. 'De situatie van Vinkenslag twintig jaar geleden is niet te vergelijken met nu,' was de boodschap.
Meer dan 80 woonwagenbewoners waren woensdagavond in de raadzaal om de resultaten van een onderzoek naar de woonbehoefte van woonwagenbewoners te bespreken. Uit dat onderzoek blijkt dat er de komende tien jaar vraag is naar 347 nieuwe standplaatsen. Op de planning staan voorlopig pas 18 nieuwe standplaatsen. Wethouder Johan Pas kon de woonwagenbewoners geen goed nieuws brengen. "Het realiseren van standplaatsen is net als bij reguliere woningen een langdurig proces. We moeten ons aan de wet- en regelgeving houden. Pas: "Kijk naar het kampje dat we willen realiseren in Amby. Dat gaat minstens vijf jaar duren, nog zonder eventuele procedures die voor de rechter komen. Dat is zo. Maar het is wel een persoonlijke frustratie dat dat niet veel sneller kan. Dat gaat over natuur, stikstof, stroomaansluiting en noem maar op. Alleen al natuur duurt weer een jaar, want je hebt vier seizoenen." zei de wethouder.

Vinkenslag
De woonwagenbewoners zelf hebben wel de oplossing. De meerderheid wil het liefst weer één groot woonwagenkamp, vergelijkbaar met Vinkenslag, het grote kamp dat twintig jaar geleden met veel inzet van politie en ME werd schoongeveegd en ontmanteld. In plaats van Vinkenslag kwam de Karosseer dat officieel een bedrijfsterrein is, maar volgens de woonwagenbewoners is er van een bedrijfsterrein bijna geen sprake meer. "De handel gaat heel slecht. De Karosseer is geen bedrijfsterrein, de Karosseer is een woonwagenkamp waar mensen illegaal in tuinhuisjes wonen omdat er geen standplaatsen beschikbaar zijn," zo verwoordde een van de woonwagenbewoners het. "En de situatie wordt gedoogd door de gemeente."
Het liefst willen de woonwagenbewoners meer standplaatsen op de Karosseer omdat daar de ruimte is en de bedrijfsactiviteiten niets meer voorstellen. Voor de gemeente Maastricht is de terugkeer van een groot woonwagenkamp onbespreekbaar. "We hebben Vinkenslag gesaneerd en er een bedrijfsterrein van gemaakt. Dat gaan we niet veranderen," zei wethouder Pas. Hij had wel begrip voor de frustratie van de woonwagenbewoners, maar snel nieuwe standplaatsen realiseren is onmogelijk.








Pas rekent snel uit hoe groot de opgave is. Per woonwagenstandplaats heb je 180 tot 240 vierkante meter nodig. Wil je alle standplaatsen realiseren, dan heb je daarvoor ook heel veel grond nodig. Inclusief de benodigde infrastructuur en openbare ruimte gaat het opgeteld om 80.000 vierkante meter. Dat is acht hectare. Trega-Zinkwit is 10-11 hectare, om een idee te hebben."
Beleid
Maastricht heeft al een hele grote populatie woonwagenbewoners. Op elke duizend inwoners zijn er 2,3 woonwagenstandplaatsen. Landelijk is het gemiddelde 1,2. Dat Maastricht zoveel standplaatsen heeft, komt door het beleid uit de jaren-60 om grote regionale kampen te bouwen. Maastricht kreeg Vinkenslag, Heerlen bijvoorbeeld In de Cramer.
Pas doet een nadrukkelijke oproep aan de provincie om meer regie te nemen als het gaat om de verdeling van de woonwagens. Ook hoopt hij dat de regiogemeenten van Maastricht hun deel van de opgave pakken. Pas: "Dat geldt voor de hele woningopgave die we voor allerlei doelgroepen hebben. Los daarvan doen we als Maastricht onze best om iedereen een plek te geven."


