Doorgaan naar artikel

Ruben speelt met zijn poppen zolang hij kan

Ruben Komkommer. Foto: Laurens Bouvrie

Inhoudsopgave

Jong en oud kent hem, wellicht niet onder zijn naam Ruben Komkommer, maar wel als Rubens Poppentheater. Vele generaties hebben geboeid zitten kijken voor zijn poppentheater in de buitenlucht of in een knus theatertje. Volgend jaar viert hij zijn vijftigjarig jubileum als poppenspeler. Maar van stoppen wil de 72-jarige artiest niets weten. “Het poppenspel is mijn lust en mijn leven, ik zou niet weten wat ik zonder moet.”

Ruben is geboren en getogen in Amsterdam. Zijn vader Isaäc was acteur onder de naam Dick Scheffer. Scheffer werd het bekendst met de rol van SRV-man Van Putten in de film Flodder. Maar ook in De Lift, Turks Fruit en Hoge hakken, echte liefde had hij kleine rollen. Ook Ruben wilde een toekomst in dit vak en meldde zich aan bij de Toneelacademie in zijn stad Amsterdam. Daar werd hij echter afgewezen. Dus stapte hij begin jaren ‘70 op de fiets en arriveerde drie dagen later in Maastricht. Maar ook daar werd hij afgewezen door de Toneelacademie. Dan maar naar de Pedagogische Academie, de huidige pabo. Dat werd ook geen succes, net zoals de KLOS, de opleiding voor kleuterleidsters. “Maar door mijn stage bij de Nutsschool-Oost in Scharn kreeg ik de kans om poppenspel op te voeren voor de kleuters. Ik zou de opleiding niet afmaken, maar wist wel dat hier mijn toekomst lag.”

Foto: Laurens Bouvrie

Pieken en dalen
Op 30 april 1976 gaf Ruben zijn eerste straatvoorstelling op het Sint Amorsplein en velen zouden er volgen. Naderhand kreeg hij zijn plekje op het Onze Lieve Vrouweplein, wat vervolgens werd omgedoopt tot het Onze Lieve Kinderenplein. Menig kind (en ook volwassene) heeft daar geboeid voor de poppenkast gezeten. Door het hele land mocht hij optreden met zijn poppen net zoals in Duitsland, België en Luxemburg. Het ging de poppenspeler voor de wind. Totdat de recessie toesloeg. “Dat in combinatie met het feit dat ik geen twee dingen tegelijk kan doen, bracht me financieel in de problemen”, vertelt Ruben. “Ik was aan het mantelzorgen in Amsterdam en daarnaast ook nog bezig met het poppenspel. Dat werkte niet. De kosten werden hoger dan de inkomsten. Op een gegeven moment had ik een flinke schuld en kwam in de schuldsanering terecht. Nog steeds sta ik - weliswaar op vrijwillige basis - onder bewind.”

Oma’s en kleinkinderen
Maar Ruben had meer pech. Zijn geliefde bus, waarmee hij door het hele land toerde, ging in vlammen op en een gesponsorde tweede bus begaf het op enig moment door het vele heen en weer rijden tussen Amsterdam en Maastricht. Tijdens de covidpandemie verdween bij een opruimactie in zijn huis ook nog eens zijn collectie poppen, de kleding die hij droeg tijdens voorstellingen en de poppenkast. Bijna alles was weg, zonder dat hij daar zelf weet van had omdat hij elders aan het herstellen was van corona. Ruben lijkt niet voor het geluk geboren. “Ik wil positief blijven, ondanks de drama’s in mijn leven. Gelukkig heb ik lieve familie en vrienden om me heen, die me steunen, maar het is niet altijd even gemakkelijk. Ik heb nu een kleine Suzuki Alto waar ik al mijn spullen in vervoer. Zelfs de poppenkast van 2,15 meter hoogte. Ik blijf spelen, want zonder kan ik niet. Weet je dat er oma’s zijn die met hun kleinkinderen komen kijken. Die oma’s hebben ooit zelf als kind bij mij voor de kast gezeten. Dat is toch prachtig. Ik ben geen Pieke Dassen die altijd prachtige handpoppen had. Dat was een ware kunstenaar. Bij mij gaat het niet om het ’mooie’, maar om de interactie, waardoor er iets gebeurt met de kinderen tijdens een voorstelling. Ik heb wel wat verhaallijnen, maar mijn poppenspel is vooral improvisatie. Wat vijftig jaar geleden werkte, werkt tegenwoordig nog steeds, zoals de rijmgrapjes."

Jubileumvoorstelling
Volgend jaar op 30 april heeft hij er dus een halve eeuw opzitten als poppenspeler. Een jubileumvoorstelling zou daar mooi bij passen. Nog één keer terug naar het Sint Amorsplein of het Onze Lieve Vrouweplein? “Ik acht die kans klein, want die pleinen staan nu vol met terrassen”, zegt Ruben met enige weemoed. “Maar wie weet krijg ik wel een plekje op de Bleekerij, het pleintje naast Plein 1992. Dat zou al geweldig zijn voor een jubileumvoorstelling.” 

Dit verhaal verscheen eerder in het stadsmagazine van De Nieuwe Ster

Opmerkingen

Laatste Nieuws

Ons nieuws is en blijft altijd gratis als je je inschrijft voor de gratis nieuwsbrief

Er is iets misgegaan. Probeer het later opnieuw

Bedankt voor uw aanmelding. Controleer uw e-mail om de inschrijving af te ronden