Inhoudsopgave
Op 15 september 1752 werd in de Sint Catharinakerk, gelegen aan de Houtmarkt (de grens tussen de Markt en de Boschstraat), een meisje gedoopt. Zij kreeg de namen Maria Margaretha. De moeder van het meisje heette Margaretha Bestiau. Margaretha was woonachtig op de Boschstraat. De pastoor noteerde in het doopregister bij dit doopsel iets bijzonders. ‘Spuria ex adulterio’, zo schreef de pastoor in de Latijnse taal.
De kleine Maria Margaretha was dus een onwettige dochter, geboren uit overspel. Vervolgens schreef de pastoor nog iets anders bij dit doopsel. Helaas werd dat later doorgekrast. De kans was groot geweest dat de tekst onder het gekras van de pastoor voor eeuwig in het duister was blijven hangen. Maar gelukkig beheert het Historisch Centrum Limburg (HCL) het archief van de Maastrichtse notarissen. Dat archief zorgde ervoor dat ik erachter kwam wat zich in dat jaar 1752 afgespeeld moet hebben. Anno 2025 zou de redactie van RTL Boulevard gesmuld hebben van dit verhaal. Stap je mee in de teletijdmachine? We gaan terug naar het jaar 1752.

Een lopend vuurtje door de stad
Niet lang na de geboorte en doop van het dochtertje van Margaretha Bestiau had een zekere Isaac Panchaud ontdekt dat Margaretha tijdens de bevalling aan de vroedvrouw had verteld dat zij met Isaac ‘vleeschelijcke conversatie’ (geslachtsgemeenschap) had gehad, en dat zij door hem was ‘beschwangert’. In die tijd was het de taak van de vroedvrouw om tijdens de bevalling een ongehuwde vrouw onder druk te zetten om de naam van de verwekker te noemen. Op die wijze kon het stadsbestuur de onderhoudskosten van het onwettige kind verhalen op de verwekker. Vervolgens noteerde de pastoor dan in het doopregister altijd de naam van de man die als vader was genoemd. Omdat de pastoor noteerde dat het kind uit overspel was geboren, kan de conclusie getrokken worden dat Isaac Panchaud, die als vader genoemd was, een getrouwde man was. Het gerucht dat Isaac de vader van een onwettig kind was, zal zich als een lopend vuurtje door de stad hebben verspreid. Isaac was ongetwijfeld furieus. Hij schakelde onmiddellijk de Maastrichtse procureur Jacob Thielen in, die de zaak aanhangig maakte bij het Brabants Hooggerecht in Maastricht. Ook de Maastrichtse notarissen Johan Guichard en Hubert Nolens werden door Isaac opgetrommeld.

Margaretha Panchaud wordt ondervraagd
Op 30 september, vijftien dagen na de doop van het onwettige kind, stonden de notarissen Johan Guichard en Hubert Nolens voor de deur van de woning van Margaretha Bestiau op de Boschstraat. Op verzoek van Isaac Panchaud stelden zij haar de vraag of zij achter haar verhaal bleef staan dat Isaac de verwekker van haar dochtertje was. Margaretha voelde zich onder druk gezet en bekende dat zij gelogen had. Zij had op verzoek van de vroedvrouw en de echtgenote van de heer Lousberg verklaard dat Isaac Panchaud de vader van haar kind was. Zij was zelfs betaald om hierover te liegen. Uit het verhaal blijkt helaas niet wie die echtgenote van de heer Lousberg was, en wat haar verdere rol was.
Diezelfde dag stonden notaris Melchior Corstius en de eerder genoemde notaris Hubert Nolens ook voor de deur van Margaretha. Zij hadden zich gemeld op verzoek van de Brabantse hoogschout van Maastricht, Frederik Willem Torck. Ook de hoogschout wilde dat Margaretha een verklaring ten overstaan van de beide notarissen aflegde. Margaretha vertelde de notarissen dat zij zich vlak na de geboorte en het doopsel had gerealiseerd dat zij zich had vergist in de naam van de vader van haar dochtertje. Weliswaar had zij meerdere keren ‘vleeschelijcke conversatie’ gehad met Isaac, maar toen dat de eerste keer gebeurde, was zij al zwanger van de knecht van een Franse officier. Zij wist echter van zowel de knecht als de Franse officier geen naam te noemen. Isaac Panchaud was hoe dan ook niet de verwekker, dat wist Margaretha nu zeker.
De beide verklaringen van Margaretha Bestiau zullen de reden zijn geweest dat de pastoor van de Sint Catharinakerk ging krassen in het doopregister. Oorspronkelijk zal bij de doopinschrijving hebben gestaan dat als verwekker Isaac Panchaud was genoemd. Na de officiële verklaringen van Margaretha zal op verzoek van Isaac door de pastoor deze vermelding zijn doorgekrast.

Een zakelijk conflict
Waarom hadden de vroedvrouw en de echtgenote van de heer Lousberg Margaretha Bestiau omgekocht om te liegen over het vaderschap van Isaac Panchaud? In wiens opdracht was dit gebeurd? Het antwoord is vrijwel zeker te vinden in het archief van de Maastrichtse commissarissen-deciseurs. Uit de zogenaamde rekestenboeken van die commissarissen-deciseurs blijkt namelijk dat Isaac Panchaud in september 1752 in een zakelijk conflict terechtkwam met de Maastrichtenaar Petrus Nivar. Hoe toevallig kan het zijn dat Isaac een zakelijk conflict had, en in diezelfde maand als getrouwde man beticht werd van het verwekken van een buitenechtelijk kind? Het lijkt erop alsof men Isaac een hak wilde zetten uit wraak. Werd hij ‘genaaid’? Uit die rekestenboeken blijkt overigens dat Isaac in Zwitserland geboren was. Meer informatie over de Maastrichtse commissarissen-deciseurs is te lezen via de website van het Historisch Centrum Limburg.