Inhoudsopgave
De wrakingskamer van de Rechtbank Limburg in Maastricht heeft in een familierechtzaak rechter Ton van Mil gewraakt: hij is van een rechtszaak gehaald omdat de vader die partij is in deze rechtszaak terecht de vrees heeft dat Van Mil niet onpartijdig oordeelt. De zaak gaat over een verzoek van de Raad van de Kinderbescherming om de minderjarige kinderen van de vader onder toezicht te stellen.
De wraking is pijnlijk voor de rechter en voor de Rechtbank Limburg: volgens de literatuur wordt van alle jaarlijks circa 700 wrakingsverzoeken in Nederland slechts twee tot drie procent toegewezen. Een rechter wiens onpartijdigheid met succes in twijfel wordt getrokken, raakt het hart van de rechtspraak.
Deze uitspraak - waarover later meer - volgt op een andere uitspraak deze week waarin het Gerechtshof in Den Bosch de rechtbank in Maastricht al ernstig op de vingers tikte.
Vernietigd
De rechtbank trad in een personen- en familierechtzaak in 2024 buiten de grenzen van de rechtsstrijd. Het Hof "Door de kinderalimentatie te bepalen op € 69,- per maand is de rechtbank buiten de grenzen van de rechtsstrijd getreden. Dit komt omdat de bewindvoerder in de procedure bij de rechtbank een hoger bedrag aan kinderalimentatie heeft aangeboden, namelijk € 104,- per maand, althans € 77,- per maand. De rechtbank had de kinderalimentatie daarom nooit op een lager bedrag kunnen vaststellen dan op € 77,- per maand. De bestreden beschikking kan alleen al om deze reden niet in stand blijven en dient te worden vernietigd (cursief, red.)."
Wraking
De crux van de wrakingszaak zit in een afwijzing van een verzoek tot uitstel van de behandeling van de zaak. "De vader heeft op 23 juni 2025 verzocht om uitstel van de behandeling van de zaak over de ondertoezichstelling, die was voorzien op 27 juni 2025. Als grond daarvoor heeft verzoeker gesteld dat zijn advocaat verhinderd is, hetgeen bij de rechtbank bekend was, en dat zijn kinderen een belangrijke proef- en projectweek op school hebben."
Website
"In de afwijzing van het uitstelverzoek heeft de rechter overwogen dat de oproep voor de zitting op tijd is verstuurd, dat het rapport van de Raad al medio mei 2025 aan verzoeker is toegestuurd, dat een advocaat niet verplicht is in de procedure over een ondertoezichtstelling en dat op de website van de school staat dat de proefwerkweek op de zittingsdag al geëindigd is."
Wezenlijk belang
"De wrakingskamer overweegt dat verzoeker bijstand van zijn advocaat wenste op de zitting van 27 juni 2025. Dit betreft een wezenlijk belang voor zowel verzoeker als zijn kinderen."
Eerlijk proces
"De wrakingskamer overweegt dat voor een eerlijke procesvoering in het licht van artikel 6 EVRM verzoeker een redelijke voorbereidingstijd moet worden gegund om samen met zijn advocaat de verdediging te kunnen voorbereiden. Uit de afwijzing van het uitstelverzoek noch uit de schriftelijke reactie van de rechter op het wrakingsverzoek blijkt dat de rechter deze belangen voldoende heeft onderkend, onderzocht en op een voor verzoeker kenbare wijze heeft betrokken in zijn besluitvorming."
Indruk
"Daar komt bij dat de rechter de opgegeven reden van verhindering van zijn minderjarige kinderen heeft gecontroleerd door de website van de school te raadplegen. Weliswaar is dit een openbare bron die geraadpleegd kan en mag worden, maar het gebruik van informatie daaruit dient kenbaar te zijn voor partijen met gelegenheid om erop te reageren, voordat de rechter er conclusies aan verbindt. Door dit niet te doen, kon bij verzoeker de indruk ontstaan dat hij niet wordt geloofd."
Vrees
Deze gang van zaken maakt naar het oordeel van de wrakingskamer dat de bij verzoeker ontstane vrees dat de rechter niet onpartijdig in de zaak zou staan, naar objectieve maatstaven gerechtvaardigd is.
