Inhoudsopgave
Maastricht is altijd een internationale stad geweest. Maastrichtse ondernemers deden eeuwen geleden al zaken met Rusland. Dat ontdekte notaris Stefan Vrancken in de archieven.
Tijdens de restauratiewerkzaamheden in de Waalse Kerk in de Sint Pieterstraat in Maastricht werd vorig jaar in november onder de vloerplanken het graf ontdekt van professor Adrien Pelerin (1698-1771), de allereerste Maastrichtse hoogleraar geneeskunde. Adrien Pelerin was geneesheer-directeur van het garnizoenshospitaal in Maastricht, en tevens schepen van het Maastrichtse Brabants Hooggerecht.
Eén van de kinderen van Adrien Pelerin en zijn echtgenote Margaretha Wilhelmina Benion was Henri Pelerin. Henri werd lakenfabrikant en zette in Maastricht een lakenfabriek op. Laken is een wollen stof die eerst wordt geweven en vervolgens vervilt. De stof is warmer dan geweven stoffen en sterker dan vilt. Vanaf de late middeleeuwen werd laken populair onder grote delen van de bevolking. Kleding van laken ging lang mee en had weinig onderhoud nodig. Laken was namelijk slijtvast en vuil- en waterafstotend.
Het Keizerrijk Rusland
Henri Pelerin kwam op 10 juni 1743 ter wereld. Een dag later werd hij in de Waalse Kerk in Maastricht gedoopt. Volgens het proefschrift Grenzen verlegd. Charles Roemers (1748-1838), een Maaslands regent in roerige tijden van Lambert Jacobs, was Henri eerst lakenfabrikant in Hodimont, een dorpje in de buurt van Verviers. Het Maastrichtse stadsbestuur gaf Henri in 1775, hij was toen 32 jaar oud, toestemming een lakenfabriek in Maastricht op te zetten. Een deel van de werknemers in de Maastrichtse fabriek had Pelerin laten overkomen uit Hodimont.
Volgens het proefschrift van Lambert Jacobs maakte een zekere Jean George Ritter in de periode 1774-1775 namens Henri Pelerin zakenreizen naar verscheidene Europese steden. Vooral Oost-Europese steden werden bezocht, en dan met name Sint-Petersburg. Sint-Petersburg was toen de hoofdstad van het Keizerrijk Rusland, waar tsarina Catharina II (‘de Grote’) de scepter zwaaide. Maastrichtse contacten met het Russische Rijk waren niet geheel ongewoon. Zo verbleef in 1770 een zekere Jean Xavier David in Sint-Petersburg, ongetwijfeld voor handelsactiviteiten. Zijn echtgenote Suzanne Marie Diserote woonde toen in Maastricht. Op 19 januari 1770 ondertekende hij bij notaris Johan Perquin in Sint-Petersburg een volmacht waarmee zijn echtgenote een aantal financiële zaken kon afhandelen tijdens zijn verblijf in Sint-Petersburg. Een maand later, op 20 februari, zat Suzanne Marie aan tafel bij de Maastrichtse notaris Hubert Nolens. Namens haar echtgenoot verleende zij volmacht aan Christophe Jean Baur, bankier in Parijs, om financiële zaken in Frankrijk te regelen.
Overigens moet Suzanne Marie Diserote ook op enig moment in Sint-Petersburg gewoond hebben, want in 1798 trouwde in Maastricht een dochter van het echtpaar David-Diserote. Haar naam was Anne Charlotte Christine David, en volgens de huwelijksakte was zij geboren in Sint-Petersburg. Maastricht is dus altijd al een internationale stad geweest.

Italiaanse en Poolse handelscontacten
Uit diverse notariële akten van Maastrichtse notarissen blijkt dat Henri Pelerin ook handelsrelaties onderhield met onder meer Brescia, een stad in Noord-Italië ten westen van het Gardameer, en met Danzig, het tegenwoordige Gdansk aan de Oostzee in Polen. Uit de vele Maastrichtse notariële akten waarbij Henri Pelerin partij was, blijkt ook dat hij regelmatig in Brussel logeerde om handel te drijven. Lambert Jacobs schrijft in zijn proefschrift dat Henri Pelerin grote sommen geld van zijn familie had geleend om zijn Maastrichtse onderneming op te richten. Het zou gaan om een totale lening van meer dan 61.000 gulden, in die tijd een enorm bedrag.
Voor Henri liep het uiteindelijk zeer slecht af. Hij kon niet voldoen aan de rente- en aflosverplichtingen van de familieleningen, en ook nieuwe geldschieters kon hij niet meer betalen. Begin 1780 werd hij voor het Maastrichtse Luiks Hooggerecht gedaagd en uiteindelijk failliet verklaard. In een artikel uit 1919 (opgenomen in het maandblad De Wapenheraut) is vermeld dat Henri in juni 1824 in Engeland overleed. Aan Maastricht had hij waarschijnlijk weinig goede herinneringen overgehouden.