Doorgaan naar artikel

Petrus Regout stuurde wapens naar de paus

Paus Pius IX (1792-1878), zittend op zijn troon, omringd door geestelijken aan het pauselijk hof, gefotografeerd in 1868. Beeld: Public Domain, Wikimedia Commons

Inhoudsopgave

Op paasmaandag overleed in Vaticaanstad de in 1936 in Argentinië geboren paus Franciscus. Zijn uitvaart vindt plaats op zaterdag 26 april. Paus Franciscus bracht nooit een bezoek aan Nederland. Ook zijn voorvanger, paus Benedictus XVI, zette nooit voet op Nederlandse bodem. De laatste paus die Nederland bezocht, was paus Johannes Paulus II. Dat bezoek vond plaats van 11 tot en met 14 mei 1985.

Het bezoek van de paus werd gekenmerkt door grote veiligheidsmaatregelen en de kille ontvangst door de Nederlandse bevolking. Een pauselijk bezoek aan Nederland is overigens een grote uitzonderlijkheid. De laatste keer dat een paus zich vóór 1985 binnen het huidige Nederlandse grondgebied bevond, was op 10 augustus 1049. Op die dag werd de Sint Laurentiuskerk in Voerendaal ingewijd door paus Leo IX. De Sint Laurentiuskerk is daarmee de enige door een paus ingewijde kerk in Nederland.

Paus Johannes Paulus II en bisschop Jo Gijsen brengen op 14 mei 1985 een bezoek aan het graf van Sint Servaas. Beeld: boek Servaaslegende (1993), opgenomen in de digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren

De tweede basiliek van Maastricht
Op dinsdagochtend 14 mei 1985 arriveerde paus Johannes Paulus II op vliegveld Beek, het huidige Maastricht Aachen Airport. Op het vliegveld werd door de paus een openluchtmis opgedragen vanaf een speciaal voor die gelegenheid gebouwd podium. Na die mis vertrok het pauselijke gezelschap richting Maastricht, waar de paus overstapte in zijn bekende pausmobiel. In Maastricht bracht hij een bezoek aan zowel de Sint Servaaskerk als de Onze-Lieve-Vrouwekerk. Die dag werd de Sint Servaaskerk door de paus verheven tot basilica minor. Een basilica minor is een eretitel voor een rooms-katholiek kerkgebouw met een uitzonderlijke betekenis. Kerken met deze eretitel worden basiliek genoemd. De Onze-Lieve-Vrouwekerk was die eer al meer dan een halve eeuw eerder ten deel gevallen. Paus Pius XI verleende in 1933 de titel basilica minor aan de Onze-Lieve-Vrouwekerk. In 1985 werd de Sint Servaaskerk dus de tweede basiliek van Maastricht.

Een foto uit een artikel dat op 15 mei 1985, de dag na het bezoek van de paus aan Maastricht, verscheen in De Limburger. De pausmobiel rijdt over het Vrijthof. Beeld: website Delpher.nl

Nederlandse jongemannen vechten voor de paus
In het verleden waren veel Maastrichtenaren een groot bewonderaar van de paus en de Kerkelijke Staat, die in 1870 ophield met bestaan. De Kerkelijke Staat bestond uit gebieden onder directe soevereine heerschappij van het pausdom. Op het hoogtepunt besloeg deze staat het grootste deel van de huidige Italiaanse regio’s Romagna, Marche, Umbrië en Lazio.

In 1861 was het Koninkrijk Italië uitgeroepen, met de Sardijnse koning Victor Emanuel II als koning van het nieuwe Italië. De Kerkelijke Staat werd hierdoor bedreigd. Omdat paus Pius IX al langer aanvoelde dat zijn positie in gevaar zou komen, had hij in 1860 de gehele katholieke wereld opgeroepen om jonge, ongehuwde mannen naar de Kerkelijke Staat te zenden. Deze mannen zouden als vrijwilliger dienst moeten doen bij de Pauselijke Zoeaven, een infanterie-eenheid van de Kerkelijke Staat. De zoeaven moesten de Kerkelijke Staat beschermen tegen de hebberige koning Victor Emanuel II. De koning wilde namelijk de Kerkelijke Staat onderdeel laten uitmaken van zijn koninkrijk. Ook vanuit Nederland (én Maastricht) vertrokken veel jonge mannen naar Italië om te strijden voor het behoud van de Kerkelijke Staat. 

Victor Emanuel II (1820-1878), de eerste koning van het nieuwe Italië. Beeld: Public Domain, Wikimedia Commons

De paus verliest de oorlog
De jarenlange strijd van de zoeaven was uiteindelijk tevergeefs. Op 20 september 1870 werd Rome door de Italiaanse nationalisten ingenomen. Een dag later werd het pauselijk zoeavenleger ontbonden en terug naar huis gestuurd. Op 4 oktober bereikte het Nederlandse contingent van (toen) zevenhonderd man Maastricht. De paus bleef als vrijwillig gevangene achter in Rome, in een kleine wereldlijke enclave, het Vaticaan. De Kerkelijke Staat had definitief opgehouden te bestaan. De eenwording van Italië was daarmee een feit.

De Italiaanse koning erkende in 1871 de onschendbaarheid en soevereiniteit van de paus, maar wees hem geen eigen territorium toe. De paus weigerde namelijk zijn territoriale aanspraken op te geven. Ook was hij weigerachtig de positie en bevoegdheid van de nieuwe Italiaanse overheid wettelijk te erkennen. Pas in 1929, tijdens het bewind van Benito Mussolini, werd dit geschil tussen de paus en de Italiaanse overheid opgelost door erkenning van de soevereiniteit van de Staat Vaticaanstad.

Paus Pius IX zegent op het Sint-Pietersplein in Rome zijn troepen voor de laatste keer (25 april 1870). Ook Maastrichtse jongemannen stonden op dat moment op het Sint-Pietersplein. Beeld: Public Domain, Wikimedia Commons

Ook Maastrichtenaren trokken ten strijde
Zoals hiervoor reeds vermeld, arriveerden de Nederlandse pauselijke mannen in oktober 1870 weer in hun vaderland. Ook de Maastrichtse mannen kwamen weer thuis. Eén van die vele Nederlandse mannen was de Maastrichtenaar Mathieu Bouwens. Veel mannen waren door de lange en vermoeiende terugreis oververmoeid en ziek geworden. Mathieu werd dit fataal. Na terugkomst in Maastricht overleed hij. In de krant ‘Le Courier de la Meuse/Journal du Limbourg’ van 25 oktober 1870 werd door de weduwe Bouwens, de moeder van Mathieu, een annonce geplaatst om te danken voor het medeleven dat zij en haar gezin hadden ondervonden bij het overlijden en de begrafenis van haar zoon.

Bij raadpleging van het Maastrichtse overlijdensregister kwam Mathieu gelijk tevoorschijn. Op 19 oktober 1870 overleed om tien uur in de ochtend de dertigjarige Mathias Hubertus Bouwens. Volgens de overlijdensakte was hij ‘behangselpapierdrukker’ van beroep, en was hij woonachtig op het adres Witmakersstraat 12. De overlijdensakte bevat overigens iets vreemds. Volgens de overlijdensakte zou de vader van de overledene namelijk nog leven, terwijl in de annonce van 25 oktober 1870 was vermeld dat de moeder van Mathieu Bouwens weduwe was. Jan Pieter Bouwens heette die vader van de voormalige zoeaaf van de paus. Hij was broodbakker van beroep. De moeder heette Anna Elisabeth Kerckhoffs. Vader Bouwens zou pas in 1872 overlijden. Het blijft een mysterie waarom de moeder van Mathieu Bouwens zich in de krant presenteerde als weduwe.

De annonce die de weduwe Bouwens op 25 oktober 1870 liet plaatsen. Beeld: website Delpher.nl

Petrus Regout
Wie ook een groot bewonderaar van de paus was, was de Maastrichtenaar Petrus Regout (1801-1878), de eerste grootindustrieel van Nederland. In het ‘Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage’ van 1 augustus 1869 is te lezen dat Regout door paus Pius IX was benoemd tot ridder in de Orde van Sint-Gregorius de Grote. Deze orde is een ridderorde van de Heilige Stoel, en wordt uitgereikt aan verdienstelijke katholieke leken, maar ook aan niet-katholieken, in de gehele wereld. Blijkbaar wilde Regout de paus graag vleien, want in het ‘Venloosch Dagblad’ van 23 oktober 1869 lezen we: ‘De heer P. Regout, heeft aan den Paus 25 geperfectioneerde Remington-geweren ten geschenke gezonden. Zij zijn bestemd om er de Pauselijke gendarmerie mede te bewapenen en vervaardigd in de fabriek van den heer Nagant, te Luik’. Remington geweren werden vanaf oktober 1867 in Italië in de pauselijke strijd gebruikt. Deze geweren werden geproduceerd in de fabriek van de gebroeders Emile en Léon Nagant.

Een Remington geweer, geproduceerd in de fabriek van de gebroeders Nagant in Luik. Petrus Regout stuurde in 1869 vijfentwintig van deze geweren als geschenk naar paus Pius IX. Beeld: website Military Rifles

Opmerkingen

Laatste Nieuws

Ons nieuws is en blijft altijd gratis als je je inschrijft voor de gratis nieuwsbrief

Er is iets misgegaan. Probeer het later opnieuw

Bedankt voor uw aanmelding. Controleer uw e-mail om de inschrijving af te ronden