Inhoudsopgave
Natuurlijk, er ís een stukje steen van de Koepelkerk afgebrokkeld. En in het zwartste scenario kun je bedenken dat als dat stukje steen precies op iemands hoofd gevallen was, dat nare consequenties had kunnen hebben. Zeker - en toegegeven, die kans is extreem klein - als zo iemand dan ook nog een zogenoemde eierschaalschedel(*) zou hebben.
Gelukkig is niks gebeurd. Maar om elk mogelijk risico uit te sluiten, moest de Koepelkerk worden afgehekt. En mochten kerkgangers pas weer naar binnen als de toegang veilig zou zijn. Wat is veilig. Boven de ingang is er slechts een paar meter muur, de kerk en de koepel ligt veel verder terug. Dus het gevaar van een vallend stuk steen is niet zo bijster groot.
Enfin: wat steigermateriaal en een paar spaanplaten en de Koepelkerk is weer beschikbaar voor de eredienst.
Zelden heeft een kerk zoveel publiciteit gekregen de laatste weken. En dat is dan wel weer een mooie opsteker.
(*) Eierschaalschedel. Het "Eierschaalschedel" arrest, ook bekend als het arrest van het Hof Amsterdam van 14 juni 1939, draait om de vraag in hoeverre een dader verantwoordelijk kan worden gehouden voor de gevolgen van zijn handelen, ook als die gevolgen extreem zwaar zijn door een bijzondere eigenschap van het slachtoffer. In dit geval gooide een man een pantoffel naar zijn vrouw, die een erg dunne schedel had, met dodelijke afloop als gevolg.



