Inhoudsopgave
De SP in Maastricht legt in een lange brief met raadsvragen aan het college van burgemeester en wethouders haarfijn bloot hoe gemeenten worstelen met het vormgeven van de jeugdzorg. Gemeenten zijn wettelijk verantwoordelijk voor die zorg, schrijven daar aanbestedingen voor uit en zijn vervolgens toch weer verantwoordelijk - ook financieel - als een aanbieder er een puinhoop van maakt. Xonar moest al eens gered worden met een injectie van acht miljoen euro.
ANALYSE

In Maastricht heeft verantwoordelijk wethouder Hubert Mackus nu een voorstel naar de raad gestuurd. Daarin legt hij uit hoe de gemeenten de komende aanbestedingen willen inrichten, om nieuwe debacles - instelling Xonar moest gered worden met een injectie van acht miljoen euro - te voorkomen.
Het is Stephanie Blom van de SP die de dilemma's haarfijn blootlegt en de gekozen oplossingen messcherp fileert.
Risicomanagers
Blom over de laatste raadsinformatiebrief van Mackus over de ‘Taskforce robuust zorglandschap’: "Het stuk leest als een handboek voor risicomanagers, niet als een integrale visie op het welzijn van de jeugd waarin de menselijke maat centraal staat. De analyse van de problemen is even tekenend als tenenkrommend. Het college wijst (opnieuw) met een beschuldigende vinger naar zorgaanbieders die in de problemen komen door "slecht management" of het "inschrijven op onrendabele aanbestedingen". Het is een frame dat de verantwoordelijkheid eenzijdig bij de andere betrokken partijen legt. Maar het college vergeet voor het gemak wederom om de hand in eigen boezem te steken. Want wie is er nu in ultimo verantwoordelijk voor het uitschrijven van diezelfde aanbestedingen die blijkbaar zo ‘onrendabel’ zijn dat zorgaanbieders er financieel aan ten onder gaan? Dat zijn de gemeenten, onder penvoering van de gemeente Maastricht, uiteindelijk toch echt zélf. Dit stuitende gebrek aan zelfreflectie is precies de kern van het probleem: het systeem is zo met zichzelf en het afdekken van de eigen risico’s bezig, dat het blind is geworden voor de eigen rol in het creëren van de problemen die het zegt te willen oplossen."
Hoofdelijk aansprakelijk
Blom noemt een sterk voorbeeld om haar stelling te bewijzen. "Door zorgcombinaties ‘hoofdelijk aansprakelijk’ te maken, lijkt het college de wettelijke (en dus ook financiële) verantwoordelijkheid voor de zorgcontinuïteit af te willen wentelen op de markt. Stel: in een combinatie is aanbieder A verantwoordelijk voor de financiën. Door wanbeleid van A komt de combinatie in problemen. Wordt er dan van aanbieders B en C verwacht dat zij zorg leveren waarvoor het geld al is overgemaakt aan, en verdwenen bij, aanbieder A?"




